Museeuw: 'Philipsen een gevaarlijke sprinter? Bullshit!'

Johan Museeuw, tweevoudig ritwinnaar in de Tour de France, vindt dat Jasper Philipsen overdreven zwaar wordt aangepakt.

Omstreden massasprint van gister

Er is veel te doen om de massasprints in deze Tour. De veiligheidsdiscussie laait vrijwel elke dag op en declasseringen zijn aan de orde van de dag. We vroegen Johan Museeuw, voormalig topsprinter, naar zijn mening.

“In de Tour de France ligt alles onder een vergrootglas. Als je daar een keertje faalt als organisatie krijg je 1000 liever stront op je hoofd. Dat ze Démare en Cavendish zouden declasseren, daar twijfelde ik geen seconde over. Maar pas op, we gaan in de toekomst heel veel declasseringen krijgen.”

“Wielrennen begint op het voetbal te lijken waarbij je juicht voor een doelpunt, maar de VAR even later alles weer terugdraait. De ASO begon met een declassering van Jasper Philipsen en die lijn wordt nu doorgezet. Men kan ook niet anders meer hè…”

'Dit is een light-versie'

“Vroeger gebeurde er veel meer in de sprints dan nu. Denk maar terug aan de capriolen van Abdoesjaparov. Wat dat betreft is dit een light-versie. We leven in een tijd waarin er niets meer wordt getolereerd. Pas op, ik ben er een voorstander van. Men hanteert de regels steeds consequenter en dat is ook goed.”

'Philipsen gevaarlijke sprinter? Bullshit!'

Jasper Philipsen kent een moeizame Tour. De Vlam van Ham won weliswaar een rit maar werd al eens gedeclasseerd, wat hem kansloos maakt voor een nieuwe groene trui. Is Philipsen een vuile sprinter? Museeuw: “Bullshit. Je kunt niet zeggen dat Philipsen een gevaarlijke sprinter is. Absoluut niet zelfs. Hij is slecht neergezet in die Netflix-serie en dan is het op een gegeven moment een optelsom. Ik weet uit ervaring dat als je eenmaal eenmaal een imago krijgt opgeplakt, dan ben je daar niet zo snel vanaf.”

Hoewel Museeuw voorstander is van strikte regels, ziet hij ook de nadelen. “Persoonlijk vind ik het jammer voor de sprinters. Aan een sprint mag best een geurtje zitten. Sprinters kruipen nu eenmaal door kleine gaatjes. Ik kan ermee leven maar het wordt moeilijk om dit in elke koers consequent te reguleren en niet alleen in de Tour de France.”