Renners worden betaald om te koersen. In de tijd dat renners bij hun ontbijt nog vlees aten, lieten ploegen hen ook effectief zoveel mogen koersen rijden. Die tijden zijn intussen vervlogen. Tegenwoordig wordt er gepiekt naar de grote doelen en wordt er veel meer getraind dan wedstrijden gereden.
Veel koersdagen zal de huidige generatie op het einde van hun carrière dus niet in de benen hebben. Philippe Gilbert koerste in een tijdperk waarin renners wel nog van januari tot oktober zoveel mogelijk koersen reden. Hij is zelfs de renners met de meeste koersdagen ooit!
4,5 jaar gekoerst
Gilbert speldde maar liefst 1643 keer een rugnummer op! Dat is gelijk aan 4 jaar en 183 dagen non-stop koersen. De ex-wereldkampioen doet zelfs beter dan Davide Rebellin, die tot zijn 51e koerste. De betreurde Italiaan stond 1626 keer aan de start van een koers.
De Italiaan Matteo Tosatto had 1592 koersdagen in de benen toen hij in 2016 zijn fiets aan de wilgen hing. De eerste Nederlander is Koen de Kort op een 13e plaats. Hij kwam 1437 keer in actie.
- Philippe Gilbert - 1643 koersdagen
- Davide Rebellin - 1626 koersdagen
- Matteo Tosatto - 1592 koersdagen
- Luis León Sánchez - 1584 koersdagen
- Thomas Voeckler - 1581 koersdagen
- Sylvain Chavanel - 1561 koersdagen
- Jens Voigt - 1544 koersdagen
- Imanol Erviti - 1474 koersdagen
- Mathew Hayman - 1470 koersdagen
- Lars Ytting Bak - 1463 koersdagen
- Thomas De Gendt - 1453 koersdagen
- Erik Zabel - 1446 koersdagen
- Koen de Kort - 1437 koersdagen
- Bernhard Eisel - 1436 koersdagen
- Alejandro Valverde - 1425 koersdagen
- André Greipel - 1406 koersdagen
- Stuart O'Grady - 1398 koersdagen
- Vincenzo Nibali - 1397 koersdagen
- Maxime Monfort - 1393 koersdagen
- Mark Cavendish - 1373 koersdagen
Ter vergelijking: Mathieu van der Poel reed slechts 343 koersen op de weg. Wout van Aert speldde al 361 keer een rugnummer op en Remco Evenepoel zit aan 346 koersdagen.
- Cor Vos