Koos Moerenhout over WK-kansen Van der Poel: 'Ik hoor overal dat het te zwaar is voor Mathieu, maar ik zou niet weten waarom het niet zou kunnen'

Mathieu van der Poel is voor eens niet de allergrootste favoriet voor het WK wielrennen. 

Poel

De afgelopen jaren behoorde Van der Poel tenslotte altijd tot de grootste favorieten. Enkel in 2020 in Imola, waar hij zelfs niet meedeed, was hij dat niet. Ook dit jaar helt het parkoers in Zürich iets meer richting de betere klimmers, zoals Tadej Pogacar en Remco Evenepoel. Van der Poel weet dat lastig zal worden om zijn wereldtitel te verdedigen.

En toch, bondscoach Koos Moerenhout vertelt in het Algemeen Dagblad dat hij alle vertrouwen heeft in Van der Poel. Ondanks de bijna 4500 hoogtemeters die de renners krijgen te verstouwen in Zwitserland. "Ik hoor overal dat het WK te zwaar is voor Mathieu, maar ik zou niet weten waarom het niet zou kunnen."

Moerenhout heeft het parkoers immers met eigen ogen gezien. "Natuurlijk is het een lastig parkoers en natuurlijk is wereldkampioen worden moeilijk. En het parkoers vorig jaar in Glasgow was Mathieu zeker meer op het lijf geschreven. In Zwitserland zijn er een aantal langere beklimmingen, maar niet op het lokale parkoers van zeven rondjes in en rond Zürich."

EK

Op de lokale ronde zal Van der Poel beter tot zijn recht komen, zo verwacht Moerenhout. "Daar zit een klim van een kilometer. Dan is het vooral een kwestie van hoe fit je bent in de finale", klinkt het bijzonder hoopvol.

Eerst wacht echter nog het EK in Hasselt, dat weer meer richting de sprinters helt. "Waar Mathieu start, dan gaat het vaak over hem, maar op de Olympische Spelen hebben we gezien dat het niet zo makkelijk is. We kunnen ons niet rijk rekenen, maar winnen is wel het doel. Als de juiste landen en coureurs elkaar vinden kan er in dat tussenstuk iets gebeuren."

Lukt dat niet dan kan Nederland nog vertrouwen op de sprint van Olav Kooij. Naast de twee genoemde kopmannen start Nederland op het EK met Mike Teunissen, Danny van Poppel, Mick van Dijke, Daan Hoole, Oscar Riesebeek en Pascal Eenkhoorn.