Al vroeg in de koers barstte het los. Dat was nodig ook, want de meest uitdagende fase lag in het middenstuk. Echt zwaar was het niet, maar onder andere Mathieu van der Poel probeerde toch een en ander te forceren. Zodoende werd het een uitputtende koers. De Belgen met Merlier en Philipsen hielden zich opvallend koest.
In de derde en laatste ronde van het middenstuk wist een groep van zes zich uiteindelijk af te scheiden door aan te vallen op de kasseienstrook. Een ijzersterke groep kwam voorop te liggen. De zes renners: Danny van Poppel en Van der Poel namens Nederland, Mads Pedersen van Denemarken, Christophe Laporte van Frankrijk, Arthur Kluckers van Luxemburg en Jonas Rutsch van Duitsland.
Niet mee in de voorste groep waren de Belgen en Italianen, die dan ook meteen de achtervolging inzetten op de zes vooraan, die een maximale voorsprong van een kleine halve minuut bijeen reed. Vooral de sterke Italianen met onder anderen Matteo Trentin, Edoardo Affini en Mattia Cattaneo hielden de groep onder controle.
Daarbij dient ook gezegd te worden dat de achtervolgers in het peloton wat hulp kregen van een motor die nog geen tien meter voor de groep bleef hangen. Op ruim twintig kilometer van de meet werden de koplopers dan ook teruggepakt.
Denen vallen aan
De Italianen gingen verder waarmee ze bezig waren: op kop rijden in dienst van Jonathan Milan. De oersterke sprinter gold vooraf als grote favoriet. Samen met onder anderen Philipsen, Merlier en natuurlijk Kooij, die ook allen present waren in de groep met favorieten. Geen van de belangrijkste sprinters had de afspraak gemist.
De grote vraag was of iemand nog een aanval in petto had in de slotfase? Søren Kragh Andersen probeerde het twee keer, waardoor duidelijk was dat de Denen van plan waren om het de Italianen niet te makkelijk te maken. Nadat hij werd teruggepakt, was de beurt aan Kasper Asgreen. Hij deed een knappe inspanning, maar ook die demarrage wist Affini teniet te doen.
De beresterke Italianen bleven door brommeren op kop van het peloton, maar achter ze zaten de Nederlanders en Belgen ook klaar. Nederland meldde zich op drie kilometer van de meet vooraan, maar veel haalde dat niet uit. In de sprint waren de Italianen uiteindelijk nergens te bekennen en ging Merlier met de zege aan de haal, ondanks dat Kooij nog heel sterk kwam opzetten van achter.
- Cor Vos