In gesprek met Het Laatste Nieuws vertelt Evenepoel over zijn grote rivaal en de manier hoe hij hoopt het gat met Pogacar te kunnen dichten. Ten eerste is er een groot verschil in de opbouw geweest naar de Tour de France, waar Evenepoel in topvorm was, maar waarnaar de aanloop niet optimaal was door zijn in de Ronde van Baskenland opgelopen schouderbreuk.
In de Tour de France eindigde Evenepoel knap derde, maar wel op grote afstand van Pogacar. "Omdat ik min of meer wist welk niveau Pogacar zou halen, was het makkelijker om een realistische ambitie te formuleren. Van het moment dat hij en Vingegaard bergop keihard doorduwden, moest ik mijn eigen tempo zoeken om niet te ontploffen."
"Op die manier heb ik er het maximum uitgehaald. Mits hier en daar wat minder berekend koersen, had ik mogelijk wat hoger kunnen finishen. Maar dat moest ook niet echt, vind ik. Van bij het begin van de slotweek was het duidelijk: die derde plaats was mijn eerste plaats."
Dat terwijl hij zeer goede vermogens noteerde. "Zelf trapte ik op elke slotklim quasi altijd hetzelfde aantal watt per kilo: 6,2 à 6,3, tot ruim veertig minuten lang. Toch kreeg ik in sommige etappes twee, drie minuten aangesmeerd. In Nice stond Jonas op zes minuten, ik op negen, de rest op twintig en meer. Dat zijn behoorlijk aanzienlijke en ongeziene verschillen."
Grondig analyseren
De kopman van Soudal Quick-Step beseft dat het niet makkelijk zal worden om het gat te overbruggen en in te spelen op het hoge niveau van Pogacar. "Individueel stak hij erbovenuit, maar ook zijn team UAE haalde collectief een veel hoger level dan al de rest."
"Als je ziet hoe McNulty dit jaar van begin tot einde rondreed - die kon dat voordien niet. Sivakov ook. Wellens. Die jongens hebben drie stappen vooruitgezet. Kweekten bij zichzelf een bepaalde reserve, waar niemand anders over beschikte. Ze reden twintig minuten superhard, vervolgens vijf minuten gewoon hard en dan ging Tadej. En de concurrentie moest simpelweg passen."
Er zijn wat manieren waarop Evenepoel nog kan winnen, denkt hij. "Door de revalidatie van mijn schouderbladbreuk had ik iets meer spieren dan gewoonlijk. In die zin kan het misschien nog wel één kilo lichter. Maar vooral moeten we aan de slag met hun aanpak en mijn data op die slotklimmen. En eventueel bepaalde trainingsmethodes aanpassen, zodat ik de volgend jaren steeds langer meekan en minder tijd verlies."
Evenepoel wil de tegenstander nog grondiger gaan analyseren. "Elk kleinste detail op en naast de fiets. Het lijkt ‘dom’, maar als je alles optelt, kom je toch aan vijf procent. En het verschil tussen 95 en 100 procent maakt die negen minuten in de eindafrekening."
- Cor Vos