Het is een heet hangijzer momenteel, omdat twee talenten van de opleidingsploeg van Soudal Quick-Step onlangs hun fiets aan de wilgen hingen. Gabriel Berg en Cormac Nisbet zagen het niet zitten om zich te conformeren aan het intense topsportleven. Zo zei Berg dat hij geen leven ernaast had en dat hij bang was voor valpartijen.
Op steeds jongere leeftijd werken talenten op een profwaardige manier. Het is ook haast nodig om mee te kunnen met het hoge niveau. Laurens ten Dam gaat er in zijn podcast Live Slow, Ride Fast dieper op in. "De wielersport is extremer aan het worden, maar om voorop te stellen: ook ik, en ook Thomas waren geobsedeerd door de sport en waren er voor ons gevoel volledig mee bezig."
"Het enige wat ik wilde was prof worden. Ik weet niet of deze jongens an sich geschikt waren voor het leven van een topsporter, maar het klopt dat er steeds meer gemonitord wordt op jonge leeftijd."
Ten Dam, tegenwoordig ook bondscoach gravel, komt met een voorbeeld van het intensere leven van een wielrenner. "Ik trainde twintig uur per week. Dan waren er mensen die zeiden: 'Zou je dat wel doen, want anders ben je zo opgebrand?' Nu zijn er echter onderzoeken waar instaat dat hoe eerder je veel traint, hoe beter dat is voor je Vo2Max. Dat wisten we toen nog niet."
Er is veel meer informatie over de renners in kwestie. "Junioren zitten de hele winter in Spanje. Ik boekte net een weekendje naar Gulpen. Daar ging ik dan een weekje heen. Dan dacht ik goed bezig te zijn door een week hard te trainen. Het leven van een sporter is extremer geworden. Dat gaat jonge renners tegenstaan, maar dat obsessieve heb je nodig als topsporter om te excelleren."
Jutta Leerdam
Het gaat gewoon heel ver, beaamt Ten Dam. "Ik las een interview waarin Jutta Leerdam zei: 'Als ik zie hoeveel tijd ik ben verloren met vrienden en familie dan is dat het helemaal niet waard geweest.' Dat is misschien ook gezond, maar het is wel het tegenovergestelde van de norm."
En vaak komt de druk ook vanuit de renner zelf. "Scout Johan Molly zei ook dat de renners zich vooral druk op leggen, of de ouders. De ploeg biedt vooral een mooi programma aan en zegt: 'We zien wel wat het wordt.' Dat klopt ook, want ik trainde twintig uur per week omdat ik het zelf wilde."
Kortom, dit probleem oplossen is moeilijk. Het extreem ervoor leven hoort er tegenwoordig gewoon bij. "Die toppers hebben die drive vanuit zichzelf. Het is een moeilijk verhaal om renners tegen zichzelf in bescherming te nemen."
- Cor Vos