Bondscoach De Knegt moest praten als Brugman om Del Grosso aan profcontract te helpen: 'Niemand wilde hem, ook Visma niet'

Tibor Del Grosso heeft een bijzondere band met bondscoach Gerben de Knegt. Die laatste legt uit waarom niemand de Drent eerst wilde contracteren. 

tibor del grosso

De revelatie van dit crossseizoen is zonder twijfel Tibor Del Grosso. De Drent uit het dorpje Eelde-Paterswolde vlak onder de rook van de stad Groningen wint iedere beloftencross waar hij aan meedoet bij wijze van spreken met twee vingers in de neus en doet ook al serieus mee voor de ereplaatsen als hij bij de elite start.

Praten als Brugman

Onlangs behaalde hij in Koksijde zelfs zijn eerste podiumplek bij de elite. Hij moest uiteindelijk in de Vlaamse Duinencross alleen zijn meerdere erkennen in zandspecialist Laurens Sweeck, maar hield gevestigde namen als Toon Aerts en Eli Iserbyt achter zich.

Het is duidelijk dat Del Grosso na vorig jaar weer stappen heeft gezet - toen veroverde hij in het veld al de wereldtitel bij de beloften. Bovendien laat Del Grosso ook op de weg zien z'n mannetje te staan. Op het WK voor beloften in Zürich reed het 21-jarige talent een sterke finale en werd hij uiteindelijk achtste.

Die prestaties levert Del Grosso inmiddels in dienst van Alpecin-Deceuninck. Daar maakt hij sinds dit jaar deel uit van het WorldTour-team. Maar dat profcontract kreeg hij niet zomaar. Bondscoach offroad Gerben de Knegt heeft een heel goede band met Del Grosso en moest zich ermee bemoeien.

Toen Del Grosso wat motivatieproblemen had in de covid-tijd bekommerde De Knegt zich om het talent en dat betaalt zich nu dubbel en dwars uit. Daardoor bouwden de twee een bijzondere band op. In Dagblad van het Noorden vertelt De Knegt hoe hij hemel en aarde moest bewegen om Del Grosso aan een profcontract te helpen.

"Niemand wilde hem, ook Visma niet. Blijkbaar stond hij bekend als moeilijke jongen, wat hij helemaal niet is. Na zilver op het WK veldrijden voor beloften in 2023 wilde Alpecin-Deceuninck hem contracteren. Maar daarvoor moest ik nog praten als Brugman. "

De Grosso zelf heeft er wel begrip voor dat de contractaanbiedingen hem niet om de oren vlogen. "In mijn laatste jaar als junior reden we door Covid geen enkele wedstrijd en dan is het moeilijk om een contract te verdienen. Bovendien wilde ik ook veld en weg combineren en dat kon niet overal."

Mathieu van der Poel

De weg wacht komend voorjaar, maar de actualiteit is de Nederlandse titel veldrijden die aanstaande zondag op het spel staat. Omdat de beloften en elite in Nederland in één koers rijden, kan Del Grosso een dubbelslag slaan. Voor de beloftentrui is er weinig concurrentie, maar voor de trui bij de grote mannen moet hij afrekenen met mannen als Lars van der Haar, Pim Ronhaar en Ryan Kamp.

Mathieu van der Poel is er niet bij in Oisterwijk. Del Grosso wordt als multidisciplinair renner van Alpecin-Deceuninck natuurlijk veel vergeleken met Van der Poel. Del Grosso blijft er nuchter onder.

"Mathieu is van zo’n uitzonderlijk niveau, terwijl ik nog veel te bewijzen heb. Hij is in de klassiekers op de weg en in het veld de absolute top. De snelheid waarmee hij zowel de rechte stukken als de bochten kan nemen in de crossen, is voor niemand te volgen. Ik kan alleen maar hopen dat ik ooit een keer wereldkampioen word bij de profs."

"Iedereen houdt van vergelijken, maar ik spiegel me voorlopig niet aan hem. Ik ben heel blij met mijn ontwikkeling en dat ik op het NK zondag gezien word als een kanshebber. Maar ook daar reken ik mezelf nog niet rijk. Je moet op zo’n dag met al je tegenstanders kunnen afrekenen."