Wout van Aert: 'De twijfel is aardig weg'

Wout van Aert is duidelijk op de weg terug na zijn blessure. Aanstaande zondag rijdt de Belg het WK veldrijden en hij kijkt met ambitie vooruit naar het komende wielerseizoen. We vroegen hem naar zijn comeback, Van der Poel en Jumbo-Visma.

Wout van Aert
  • Afbeelding van Wout van Aert Wout van Aert

Hallo Wout, er wordt gezegd dat Van der Poel rekening met jou moet houden op het WK. Wat vind je daarvan?

“Ik denk niet dat dat realistisch is, maar ik begrijp het wel. Als Mathieu van der Poel of Toon Aerts er uit zouden liggen en ze komen een week voor het WK terug, zou ik ook rekening met hen houden. Ik neem aan dat ik ook niet de eerste de beste ben en dat ze naar me kijken. In die zin snap ik het wel, maar ik ben voor mezelf vooral realistisch."

Zie je veldrijden nog wel als een doel, of meer als een middel om goed te zijn op de weg?

“Dit seizoen is het echt een middel om weer goed te zijn. Maar volgend seizoen heb ik weer veel ambitie. Ik cross dit seizoen ook voor het eerst met deze ploeg, daarom is het ook wel goed om het als een testcase te zien en alles goed op punt te hebben wanneer ik wel voor de knikkers ga rijden. Ja, het is gewoon het mooiste wat er is.”

Mooier dan Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen?

“Ja. Maar nu is het winter, dus denk ik daar weer meer aan. In het voorjaar kijk ik natuurlijk wel weer uit naar de Ronde. Ik denk dat ik het makkelijker zou hebben als ik geblesseerd zou zijn in het voorjaar en dat ik het voorjaar zou moeten missen, zoals ik nu eigenlijk de cross moet missen.”

Hoe ziet je voorjaar op de weg er eigenlijk uit?

“Ik zal het Vlaamse openingsweekend normaal gezien overslaan. We denken dat ik alle tijd tot de Ronde en Roubaix nodig heb op echt op m’n best te zijn. Dat is dan meteen ook het doel dit voorjaar, in die wedstrijden top zijn. In februari ga ik op hoogtestage en de Strade Bianche zal m’n eerste koers van dit jaar worden.”

Dat is best een heftige koers om mee te beginnen.

“Nouja, anders zou ik starten in de Omloop, wat ook niet de beste koers is om mee te beginnen (lacht). Ik kan nu wel tot het weekend na het WK crossen, als alles goed loopt. Ik heb dan qua hardheid wel iets in de benen en niet zeven maanden niet afgezien. Ik rij trouwens net als vorig jaar Milaan-Sanremo, de E3, Gent-Wevelgem en dan de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Dat zijn niet heel veel kansen om iets te winnen, maar het zijn wel de mooiste wedstrijden die er zijn.”

In de Tour de France gaan jullie de strijd aan met INEOS. Kijk je daar al naar uit, om in een ploeg bezig te zijn met de Tour te winnen?

“Ja, zeker. Als je met drie jongens aan de start staat die het potentieel hebben om de Tour te winnen, is het ook realistisch dat je niet zomaar naar Frankrijk gaat. Ik heb vorig jaar al mogen ervaren hoe leuk het is om in een ploeg te rijden die met ambitie de Tour rijdt, dus voor mij was het een leuk telefoontje, toen ik hoorde dat ze me er heel graag bij wilden hebben.”

Was je verrast dat je deel uitmaakte van de Tourselectie?

“Ik had wel het idee dat ik mezelf had bewezen binnen de ploeg en iedereen wist welke waarde ik zou kunnen hebben in de vlakke ritten en overgangsritten. Het was niet echt een verrassing, maar het had ook perfect gekund dat er andere keuzes werden gemaakt. Het zal bij ons nooit makkelijk zijn om de selectie te halen en ik denk dat dat een goeie basis is om mee te vertrekken. Je ziet dat bij INEOS ook. Die hebben ook elk jaar 10 tot 12 renners die in aanmerking komen voor de Tour de France. Ze gaan altijd met een topploeg naar de Tour.”

Dylan Groenewegen rijdt de Tour niet. Geeft dat jou meer kans om voor etappezeges te gaan?

“Als het geen dreigement is voor de klassementsrenners, om het zo maar te zeggen, zal ik zeker mijn kansen krijgen. Ik denk zelf dat ik wel kans maak in etappes waar het wat lastiger is geweest. Zulke kansen zijn er in de Tour, maar ik ben nu niet van plan om me te gaan mengen in de pure sprintersritten. En ja, als er bijvoorbeeld waaiers zijn, zal mijn taak ook zijn om de klassementsmannen voorin te houden. Ik heb een ondersteunde rol in de Tour, maar het mooie van deze ploeg is dat je wel je kansen krijgt."

Is de groene trui een doel voor je?

Nee, dan moet je echt wel in elke sprint meedoen en moet ik me ook op de tussensprints focussen. Het doel voor ons is dit jaar de Tour winnen en beide zaken vallen niet te rijmen denk ik. Groen is iets voor later. Misschien is het ook verstandig om eerst wat meer ervaring op te doen.”

Is het geen optie om, met oog op de Spelen waar je een kanshebber bent in de tijdrit, eerder af te stappen in de Tour?

“Nee, maar dat zou ik ook niet willen. Zeker niet nadat ik vorig jaar ben uitgevallen. Toen speelde overigens wel het idee dat ik na twee weken uit zou stappen. Maar volgens mij is de Tour geen slechte voorbereiding op de Spelen. Ik zal na Parijs-Roubaix het tijdrijden weer oppakken en daar keihard aan werken. Ik denk dat ik vorig jaar heb bewezen dat dat voor mij op die manier wel werkt.”

We hebben het al even over je blessure, veroorzaakt door een uitstekend stuk dranghek tijdens de Tour-tijdrit, gehad. Is daarover nog twijfel bij jezelf?

“Die twijfel is wel aardig weg. Op trainingskamp hebben we intensief getraind en dat ging heel vlot. In die zin kreeg ik wel de bevestiging dat ik weer de oude kan worden. Zeker weten doe je dat natuurlijk nooit, maar ik heb er weinig angst voor.

Stel, je wordt net niet helemaal de oude. Dat het gaat om een halve procent minder dan voorheen. Voor een renner van jouw kaliber kan dat betekenen dat het je zeges kan kosten.

“Ja, dat is ook wat ik bedoel denk ik. Het is niet dat ik niet kan fietsen, dat lukt wel. Maar echt 100% gaan, alles van je lichaam kunnen vragen en hard trainen is wat anders. De fietsbeweging an zich is geen probleem, maar een impact zoals bij lopen geeft nog wel reactie. Crossen vraagt natuurlijk ook meer van je lichaam dan fietsen op de weg. Qua volgorde was het daarom misschien ook wel beter geweest als het nu augustus was, zodat ik eerst nog twee maanden op de weg kon koersen en dan het veld in kon duiken. Maar ik ben allang blij dat ik weer kan crossen deze winter.”