Voorbeschouwing: Ronde van Vlaanderen 2019

Of het nou de GP Tombroek-Rollegem is, of de Omloop Het Nieuwsblad: Vlamingen zijn gek van de koers. Maar de absolute Hoogmis van het Vlaamse wielerjaar, is de Ronde van Vlaanderen. Wieler Revue brengt u alles bij over Vlaanderens Mooiste.

Ronde

‘De processie van de kleurrijke rupsen.’ Met die woorden beschrijft VRT-commentator Michel Wuyts graag het peloton dat jaarlijks begin april de Ronde van Vlaanderen rijdt. En dat is niet voor niets, want koers is religie voor de Vlamingen. Op die veertiende zondag van het jaar zijn voor één dag alle kerken bij onze zuiderburen leeg.

De Ronde leeft enorm in het Vlaamse land. De combinatie van historie, heroïek en tragiek komt nergens zo goed tot zijn recht als in de Hoogmis. Of, zoals de geestelijk vader van Vlaanderens Mooiste, Karel ‘Koarle’ Van Wijnendaele, het prachtig verwoordt: ‘De Ronde van Vlaanderen miek zooveel invloed, en verwekte zooveel belangstelling en begeestering onder de massa, dat men er van lieverlede is gaan van maken, een symboliek beeld van Vlaamsche spierkracht en Vlaamsche sportweelde. Geen enkele koers in 't land, die de massa in zulke mate beroeren, en op de beenen brengen kon.’

Historie

Het tweede Monument van het wielerjaar viert dit jaar zijn 105e verjaardag. En in die ruim honderd jaar aan Ronde van Vlaanderen-historie gaven de organisatoren er slechts driemaal forfait aan, tijdens de Eerste Wereldoorlog die België teisterde. In de 101 episodes die het verhaal van de Ronde voorlopig completeren, kwamen al vaak heroïsche winnaars bovendrijven. Gebeurt dat op een wel hele bijzondere manier, dan katapulteren de Vlamingen de renner in kwestie tot flandrien, door het wielerwoordenboek van Frank Heinen gedefinieerd als ‘Mensensoort met voorkeur voor slecht weer, slecht wegdek, slechte overnachtingsomstandigheden, slecht materiaal en slecht eten.’

Flandriens zijn er maar zat. Maar de opperflandrien moet wel Briek Schotte zijn. IJzeren Briek won in zijn lange carrière twee keer de Ronde van Vlaanderen. De grootste der legendarische flandriens kon afzien bij de beesten. Ook werd hij in 1948 en in 1950, in zijn eigen provincie West-Vlaanderen, wereldkampioen. Toen hij in Moorslede juichend over de finish kwam en zo zijn wereldtitel prolongeerde (in ’49 was er geen WK), sprak hij over de radio gelukzalig zijn moeder toe. ‘Moeder, moeder, hoort gij mij? Ik heb gewonnen en ben wereldkampioen!’ Sinds 1997 is er in zijn geboortedorp Kanegem een standbeeld te vinden, dat Schotte uitbeeldt in de voor hem zo kenmerkende hoekige stijl van fietsen.

Briek Schotte na materiaalpech: ‘Ik heb mijn deel van de tegenslag gehad, maar ik ben daar niet bitter om. Het leven is geven en nemen.’

De man die de term flandrien bedacht, was de al eerder genoemde Karel Van Wijnendaele. De man uit het West-Vlaamse Torhout wilde de wereld ontdekken en werd na de eeuwwisseling 

scheepsjongen. Hij keerde echter al snel terug en ging in zijn geboortestreek literatuur studeren. De liefde die hij voor taal en de nog jonge wielersport had, verbond hij toen hij in 1912 de eerste journalist bij het net opgerichte dagblad SportWereld werd. Een jaar later organiseerde Van Wijnendaele namens de sportkrant voor het eerst een wielerkoers dwars door het Vlaamse land. Met de legendarische woorden ‘Heeren, vertrekt’ bracht hij de koers op gang: de Ronde van Vlaanderen was geboren.

De Ronde was nog jong toen de verwoestende Groote Oorlog, de Eerste Wereldoorlog, roet in het eten gooide. Tussen 1915 en 1918 werd er geen Ronde van Vlaanderen georganiseerd. De derde editie, die van 1919, was niet zoals de twee voorgaande episodes. Het parkoers was flink ingekort vanwege de door de oorlog beschadigde wegen. Daarvoor in de plaats waren de Tiegemberg en de Kwaremont opgenomen in de Ronde. Ex-soldaat Henri Van Leerberghe verscheen dat jaar aan de start met slechts één versnelling die tevens volkomen ongeschikt was voor de twee nieuwe kasseienklimmen in het Vlaamse land. Maar Van Leerberghe maakte zijn bijnaam ‘De Doodsrenner van Lichtervelde’ volledig waar door de rest van het rennersveld naar eigen zeggen ‘een halve dag’ achterstand op te leggen. Zijn prijs: drie kilo vlees en twee flessen Franse wijn.

Tot de Tweede Wereldoorlog leek het hoogteprofiel van de Ronde van Vlaanderen allesbehalve op dat van nu. Ieder jaar maakten slechts vier beklimmingen deel uit van de koers: de Kruisberg nabij Ronse, de Edelare ten oosten van Oudenaarde en ook de al eerder bijgevoegde Kwaremont en de Tiegemberg vlakbij het dorpje Anzegem. In 1938 werd de route van de Ronde flink ingekort, naar 230 kilometer. Dit om de Vlaamse deelnemers na de koers tijd te geven om hun stem uit te brengen; het waren immers verkiezingen in België. Een jaar later, toen België zich voorbereidde op een tweede Groote Oorlog, werd het parkoers nog verder verkort, maar er werden wel enkele beklimmingen toegevoegd aan het parkoers. De Bergdries, een puistje vlakbij de Tiegemberg, en de Steenstraat nabij Zwalm, maakten hun intrede in de koers.

De Ronde van Vlaanderen van 1938, bij de bevoorrading in Roeselare

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in het neutrale België de Ronde van Vlaanderen ‘gewoon’ georganiseerd. Weliswaar op een lager pitje, want de buitenlandse renners bleven uit. Niet dat er tot dan toe veel niet-Belgen meededen aan Vlaanderens Mooiste, want de Ronde viel steeds op dezelfde dag als Milaan-San Remo, een koers die indertijd veel populairder was bij de Fransen en Italianen dan die koers onder barre omstandigheden in het kille Vlaanderen. Daar kwam in 1948 verandering in. Henri Desgrange, koersdirecteur van de Tour de France, kwam toen met de Desgrange-Colombo Challenge, een soort UCI WorldTour. Renners werden gestimuleerd om aan negen verschillende eendagswedstrijden deel te nemen, en de Ronde van Vlaanderen was daar één van. Briek Schotte won dat jaar de Ronde én de Desgrange-Colombo Challenge, maar met 70 niet-Belgen in een peloton van liefst 265 renners was de 1948-editie van de Hoogmis internationaler dan ooit.

Op Zwitser Heiri Süter, die in ’23 de Ronde van Vlaanderen (en tevens Parijs-Roubaix) binnensleepte, na, was Fiorenzo Magni de eerste niet-Belg die de Ronde van Vlaanderen won. Dat gebeurde in 1949. De twee jaren daarop won hij ook. In 1950 reed hij op zeventig kilometer van de finish in Gent weg bij de Fransman André Mahé en de Sint-Willebrorder Wim van Est. Ondanks de snijdende kou en snoeiharde wind fietste Magni met opgestroopte mouwen en in korte broek solo naar de finish. Dat kunstje herhaalde hij het jaar daarop, met als enige verschil dat het in 1951 nóg kouder was. Terwijl de bloemknoppen doodvroren, snelde de Italiaanse ‘Leeuw van Vlaanderen’ alsof het niets was, in z’n eentje naar de finish. De heroïsche overwinningen van Magni trok de aandacht van diverse internationale wielerhelden, zoals Louison Bobet. De Fransman had al tweemaal de Tour gewonnen toen hij in 1955 de Ronde won. Later dat jaar hield hij de Belg Jean Brankart van de Tourwinst af en sleepte zo nummer 3 van La Grande Boucle binnen.

Eind vijftiger jaren veranderde er het een en ander in het parkoers van de Ronde. Steeds meer wegen in Vlaanderen werden geasfalteerd, en om de moeilijkheid in de koers te houden, besloot de organisatie de heuvels van de Vlaamse Ardennen op te zoeken. Dit tot de vreugde van Rik Van Looy. De Vlaming keek het kunstje af van zijn naam- en stadsgenoot Rik van Steenbergen. Van Steenbergen wedijverde nog een aantal wielerseizoenen met zijn jonge opvolger, waarna het niet lang duurde voordat Rik II het klassiekerrennersgilde volledig overnam. Van Looy won in totaal 493 wedstrijden. Twee daarvan zijn overwinningen in de Ronde van Vlaanderen, in 1959 en 1962. In '59 demarreerde de 26-jarige Van Looy zó vaak, dat zijn enige overgebleven concurrent Fred De Bruyne, de winnaar van 1957, noodgedwongen en met immense pijn in de benen moest lossen. Van Looy deed het daarna iets rustiger aan, met als gevolg dat hij weer bijgehaald werd door een twintigkoppige achtervolgende groep. Frans Schoubben en Gilbert Desmet konden in de eindsprint Van Looy onmogelijk nog bijbenen. Met grote overheersing pakte Van Looy dat jaar zijn eerste Ronde van Vlaanderen.

Drie jaar later deed Van Looy het iets rustiger aan. Maar opnieuw kon niemand reageren op de versnelling die hij in de laatste kilometers op de vélodrome van Gentbrugge plaatste. In 1962 won hij ook nog Gent-Wevelgem en Parijs-Roubaix, een prestatie die pas vijftig jaar later door Tom Boonen kon worden geëvenaard.

De volgende Vlaamse held die zich aandiende in de Hoogmis, was Eddy Merckx. De Kannibaal won de Ronde twee keer, in 1969 en 1975. Zijn overwinning in 1969 spreekt het meest tot de verbeelding, toen reed Merckx op zeventig kilometer van de meet weg uit een groepje van elf man. Op de Valkenberg ging Merckx zo hard tekeer, dat geen van zijn medevluchters in staat was de grootste aller tijden bij te benen. Ploegleider Lomme Driessens wilde Merckx nog tegenhouden, maar de enige reactie die de stoempende Vlaming gaf, was 'Kus mijn kloten.' Ondanks de harde wind en de koude regen en tegen iedereens verwachtingen in, volmaakte Merckx zijn solo van zeventig kilometer. 

Na Merckx diende zich nóg een Vlaamse supergeneratie aan. Walter Planckaert, Roger de Vlaeminck, Michel Pollentier... allemaal wonnen ze Vlaanderens Mooiste op grootse wijze. Maar onze eigen Jan Raas was ongetwijfeld één van de weinige niet-Vlamingen die in de smaak gevallen zou zijn bij Ronde van Vlaanderen-bedenker Karel Van Wijnendaele. Raas had een goede relatie met de Koppenberg. Op de steile kasseienklim boven Melden reed hij zijn collega-wielrenners compleet in de vernieling. In 1979 en 1983 pakte hij op deze manier de zege in de Ronde. 

De Koppenberg kreeg steeds meer faam. Ieder jaar weer werd het complete pak in de frieten gereden, door toedoen van een select groepje geweldenaars. In 1987 kwam er echter een abrupt einde aan het verhaal van de Bult van Melden. Jesper Skibby werd op de steile kasseienhelling overreden door een volgauto. Zeventien jaar lang werd de klim verbannen uit Vlaanderens Mooiste, maar in 2004 keerde de Koppenberg terug. Even later werd hij er weer uitgehaald, om een renovatie te krijgen. Sinds 2008 zit de hernieuwde berg weer in de Ronde van Vlaanderen, tot genoegen van de lokale bewoners, die in 1997 nog zo geprotesteerd hadden tegen de asfaltering van de Koppenberg. 

Terug naar de jaren '90. In die periode werd de Ronde van Vlaanderen gedomineerd door Johan Museeuw. In 1993 klopte Museeuw Frans Maassen in de eindsprint in Meerbeke, nadat ze 25 kilometer daarvoor met z'n tweeën weggereden waren uit het peloton. Een jaar later viel er voor Museeuw niets te lachen. Hij schatte de sprint verkeerd in en verloor op 2 millimeter na van zijn concurrent Gianni Bugno. Na de finish kon de Vlaming van de schrik geen woord uitbrengen.

In 1998 won Museeuw voor de derde keer. Voor de eerste maal vertrok de Ronde vanuit Brugge, in plaats van Sint-Niklaas. De Leeuw van Vlaanderen demarreerde op Tenbosse, 25 kilometer voor de meet. Niemand haalde de weggereden Museeuw nog bij, en na een solo over de Muur van Geraardsbergen en de Bosberg gooide hij in Ninove zijn handen van blijdschap in de lucht. 

Museeuw klopte in 1993 Frans Maassen in Meerbeke

In de jaren daarop was Museeuw opnieuw tweemaal dicht bij een nieuwe overwinning in de Ronde van Vlaanderen. In 1999 moest hij Frank Vandenbroucke en winnaar Peter van Petegem voor laten gaan. Drie jaar later werd hij huilend tweede achter de Italiaan Andrea Tafi. 

Na Museeuw duurde het een tijdje voordat zich een nieuwe Vlaamse volksheld meldde. Tom Boonen werd in Madrid in 2005 knap wereldkampioen en sindsdien is Tornado Tom dé publiekslieveling onder de Vlamingen. Boonen won de Ronde van Vlaanderen in 2005, 2006 en 2012. Zeker zijn laatste overwinning spreekt tot de verbeelding, want in datzelfde jaar soleerde hij ook naar de zege in Parijs-Roubaix. Eerder had hij al Gent-Wevelgem en de E3 Prijs op zijn naam geschreven. In oktober werd hij door zijn collega-wielrenners terecht verkozen tot flandrien van het jaar. De vorige editie ging naar onze eigen Niki Terpstra. De Noord-Hollander soleerde op knappe wijze naar de overwinning in Oudenaarde.



Parkoers

Ten opzichte van de vorige jaren is er weinig veranderd aan het parkoers. Het startsein wordt opnieuw gegeven in havenstad Antwerpen, terwijl de finish alweer voor de achtste keer in Oudenaarde ligt. Daartussen liggen liefst 270 kilometers, zeventien beklimmingen en vier losse kasseienstroken. Een enorm zware opgave dus.

Na een ruime honderd kilometer koers doemen de eerste pukkeltjes in het landschap op. De Oude Kwaremont is de eerste beklimming van de dag. Even later volgt de Kortekeer en vervolgens rijden de renners in dertig kilometer via Ladeuze, de Wolvenberg, Holleweg, Leberg, Berendries en Tenbosse naar Geraardsbergen toe. Inderdaad: het stadje van de wereldberoemde Kapelmuur.

Wanneer de Muur van Geraardsbergen achter de rug is, rijden de renners terug richting Oudenaarde en omstreken voor weer een partij beklimmingen. Het trio Oude Kwaremont-Paterberg-Koppenberg luidt de finale in. Vooral de Koppenberg kan voor flink wat schiftingen gaan zorgen. Het smalle, steile kasseienpaadje is in elk geval niet mals. 

Mathieu van der Poel ging deze week al op verkenning in Vlaanderen

Na de Koppenberg volgen nog de minder lastige beklimmingen van de Steenbeekdries en de Taaienberg, vooraleer we bij Ronse de Kruisberg opdraaien. Eerst een kilometer kasseien, vervolgens nog anderhalve kilometer doorklimmen over prima asfalt naar de top; het is misschien wel de lastigste Vlaamse klim. Het inmiddels klassieke duo Kwaremont-Paterberg sluit het beklimmingenbal dan uiteindelijk af.

Een vlak stuk van vijftien kilometer langs de Schelde brengt de renners naar Oudenaarde. Daar ligt aan de Minderbroedersstraat de finish van deze Ronde van Vlaanderen. 



Favorieten

De Ronde van Vlaanderen geldt dus als een van de belangrijkste wedstrijden op de wielerkalender. Des te ambitieuzer zijn de renners die morgen aan de start verschijnen. De afgelopen weken hebben we al kunnen zien wie wel en niet in vorm is. Conclusie: één ploeg is de allersterkste.

Dat is Deceuninck-Quickstep uiteraard. Het team heeft al twintig overwinningen geboekt. Vorige week pakte Zdenek Stybar al de overwinning in de E3 Harelbeke en eerder zegevierde de Tsjech in de Omloop Het Nieuwsblad. Gezien de enorme overmacht die zijn ploeg dit seizoen heeft, kan de Ronde zomaar haar eerste Tsjechische winnaar bijschrijven.

Maar Quickstep kan op meer paarden wedden. Bob Jungels toonde in de E3 Harelbeke al dat hij over enorm goede benen beschikt. In Dwars door Vlaanderen werd hij derde en zijn overwinningen behaalde hij dit jaar al in de Ronde van Colombia én Kuurne-Brussel-Kuurne. Een alleskunner dus. En een gevaarlijke klant voor de winst.

Ook Philippe Gilbert leefde de laatste paar jaar weer volledig op. In 2017 wist hij zelfs op fenomenale wijze de Ronde van Vlaanderen te winnen. Vorig jaar herhaalde hij dat niet, maar dankzij een nette derde plek kunnen we de Waal opnieuw hoog op ons favorietenlijstje plaatsen.

Tot zover Deceuninck-Quickstep. Want er zijn nog meer kanshebbers. Greg Van Avermaet bijvoorbeeld. De Olympisch kampioen heeft al héél veel gewonnen in zijn carrière, maar een overwinning in Vlaanderens Mooiste ontbreekt nog. Tot nu toe heeft Gouden Greg een degelijk seizoen gereden, dat zondag best wel eens bekroond kan worden in Oudenaarde.

Peter Sagan rijdt nog niet zo’n best seizoen. De Slowaak heeft nog maar één overwinning geboekt, in januari tijdens de Tour Down Under. De E3 Harelbeke kon hij door materiaalpech op z’n buik schrijven en ook in Gent-Wevelgem liet de drievoudig wereldkampioen zich niet van voren zien. Maar je weet het maar nooit met die sluwe grappenmaker. 

Net als Sagan is Mathieu van der Poel ook een alleskunner. De Brabander heeft daarentegen al een hele mooie overwinning gepakt in het Vlaamse, namelijk woensdag in Dwars door Vlaanderen. VDP was toen de sterkste van een groepje van vijf. De wereldkampioen veldrijden werd vorige week ook al knap vierde in Gent-Wevelgem. De vraag is alleen of Van der Poel de lengte én het aantal heuvels in de Ronde aankan, ten opzichte van de andere favorieten.

Datzelfde geldt voor Wout van Aert. Van Aert heeft niet de sterkste ploeg (Jumbo-Visma), maar des te meer kan hij profiteren van zijn underdogpositie. De jonge Belg rijdt tot nu toe een uitstekend wegseizoen, met enkele ereplaatsen in Milaan-Sanremo, de E3 Harelbeke en de Strade Bianche. Een overwinning zat er echter nog niet in. Zondag misschien?

Nog meer kanshebbers? Let zeker op Oliver Naesen, Niki Terpstra, Tiesj Benoot, Sep Vanmarcke (die na zijn valpartij in de E3 tóch zijn opwachting maakt in Antwerpen), Matteo Trentin, Gent-Wevelgem-winnaar Alexander Kristoff, Arnaud Démare en Sebastian Langeveld.

Favorieten volgens Wieler Revue:

***** Zdenek Stybar

**** Greg Van Avermaet, Wout van Aert

*** Mathieu van der Poel, Peter Sagan, Bob Jungels

** Oliver Naesen, Philippe Gilbert, Niki Terpstra, Tiesj Benoot

* Alexander Kristoff, Arnaud Démare, Sebastian Langeveld, Sep Vanmarcke, Matteo Trentin



Weer en TV

Traditiegetrouw zijn onze Vlaamse vrienden van Sporza er al vanaf 9:30 bij op één. De koers is daar integraal te zien. Ook de NOS is erbij, zij het pas om 12:30. ‘s Ochtends geeft de nationale omroep begrijpelijkerwijze de voorkeur aan de Marathon van Rotterdam. Eveneens integraal is Vlaanderens Mooiste te zien op Eurosport. 

Wat het weer betreft: de renners houden het waarschijnlijk droog in Vlaanderen, maar in de finale neemt de kans op buien toe. Toch heeft de zon de overhand. De wind zal geen rol spelen.