Vandaag is het 29 jaar geleden dat een Giro-etappe plaats vond die in het geheugen gegrift staat.
Het was 5 juni 1988. De Italiaan Franco Chioccioli ging aan de leiding na dertien etappes in de Ronde van Italië. De veertiende rit was er eentje tussen Chiesa in Valmalenco en Bormio. De belangrijkste beklimming van de dag was de Passo Gavia, met haar top op meer dan 2.500 meter boven zeeniveau.
Johan van der Velde was op zoek naar een ritzege. De Nederlander reed in de paarse trui, maar had nog altijd geen etappe gewonnen in de Giro van 1988. Van der Velde reed als eerste de Gavia op, wanneer de sneeuw met bakken uit de hemel begint te vallen. Het wordt een helse tocht naar boven.
In de afdaling raakt Van der Velde bevangen door de kou. Hij kan niet meer verder fietsen en kruipt in de ploegleiderswagen, om later toch weer op de fiets te stappen. Zijn achterstand in Bormio bedraagt 56 minuten.
De klassementsrenners gooien zich in de afdaling, Andy Hampsten doet dat het beste. Even voor Bormio sluit Erik Breukink aan bij de Amerikaan. De Breuk gaat op en over Hampsten en zegeviert in een ijskoud Bormio.
Foto: Cor Vos