Bernard Hinault zette in 1985 de Giro al heel vroeg op z'n kop. In de vijfde etappe die dwars door de Dolomieten voerde, gokte hij het op aanvallen en kreeg een viertal met zich mee. Het kwintet koerste naar een voorsprong van een minuut op de nummer zes, en favorieten als Greg LeMond - nota bene zijn teamgenoot - en Francesco Moser konden in Wolkenstein al direct inpakken.
Het jaar 1985 betekende voor de Giro een letterlijke ronde door Italië. In het noorden van de laars werd gestart, middels tien lange etappes werd het warme zuiden opgezocht en langs de Tyrreense zee koersten de renners weer terug naar het hoge noorden.
Vooraf werd Bernard Hinault bestempelt als favoriet nummer één. Zijn begin in de ronde was echter niet zo denderend, want mede door een ploegentijdrit bezette hij na drie lastige etappes slechts de achttiende positie. Dat moet beter, zal De Das gedacht hebben, want de coup die hij in Zuid-Tirol pleegde, had niemand zien aankomen.
De tijd die Hinault en zijn medevluchters pakten op de beklimmingen, die raakten zij even snel weer kwijt op het vlakke. Gelukkig waren de laatste veertig kilometer door het Gardenadal flink bergachtig, waardoor het groepje al gauw de zekerheid kreeg van tijd pakken op de overige favorieten.
De laatste kilometers richting het prachtige Wolkenstein bleken vervolgens een spervuur aan aanvallen teweeg te brengen. Voor de man die de geweldige naam 'Giambattista Baronchelli' draagt, bleek het al snel teveel van het goede en ook Roberto Visentini en Marino Lejarreta moesten eraf. Hinault knokte samen met Hubert Seiz om de dagzege, maar belangrijker nog: Le Blaireau won tijd terug op zijn concurrenten. Aan de finish werd hij tweede, maar nam meteen twee minuten voorsprong op zijn klassementsrivalen. Het zette de Giro compleet op z'n kop.