Chris Froome hoopt met het publiceren van zijn data een einde te maken aan alle dopinggeruchten rond zijn persoon. In het Britse magazine Esquire staan de cijfers van de in Kenia geboren Brit gemeten in 2007 en 2015. Maar wat betekenen deze getallen eigenlijk? Robic nodigde Thijs Zonneveld uit in hun testcenter voor exact dezelfde testen en vergeleek de cijfers tussen de Tour-winnaar en de Nederlands kampioen strandrace.
Chris Froome onderging drie weken na de Tour de France twee testen in het GlaxoSmithKline-laboratorium. Daar werden twee testen bij de Brit afgenomen. Een submaximale aerobe-test en een maximale aerobe-test. Bij de submaximale aerobe-test werd het lactaat (melkzuurgehalte) gemeten en bij de maximale test de zuurstofopname. Bij de eerste test moest Froome beginnen bij 250 watt, om de vier minuten werd dat met 25 watt verhoogd. Als de lactaat 4 mmol/liter had overschreven werd de inspanning gestopt.
Submaximale Aerobe-test
Froome
[table id=41 /]
Zonneveld
[table id=42 /] Hieruit concludeerden de onderzoekers van Froome dat de Tour-winnaar gedurende een periode van 20 tot 40 minuten een vermogen van 419 watt kan trappen. Dat komt bij een gewicht van 67 kg neer op 6,25 watt/kg. Bij Zonneveld is dat 310 watt, oftewel 4,5 watt/kg.
Maximale Aerobe-test
De tweede test was een stuk korter. Froome moest beginnen op 150 watt, maar na iedere minuut werd het vermogen met 30 watt verhoogd. Hierbij werd de zuurstofopname gemeten. De test ging door tot Froome niet meer in staat was om te trappen, of wanneer zijn cadans onder de 70 omwentelingen per minuut kwam.
Froome
[table id=43 /]
Zonneveld
[table id=44 /] De VO2max van Froome is hoog, maar volgens de onderzoekers niet extreem hoog. De kans is groot dat er meer renners in het peloton rijden die dezelfde VO2max hebben. Greg Lemond had naar het schijnt ooit zelfs een VO2max van 92,5 ml/kg/min. Van zowel Froome als Zonneveld bestaat ook een test van een aantal jaar geleden.
Bestel hier het nieuwe nummer van Wieler Revue!