Bagnères-de-Luchon, vaak kortweg aangeduid als Luchon, is een zeer regelmatige finishplaats van een Pyreneeënrit in de Tour, zo ook nu aan het eind van de zestiende etappe. Aankomst bergop is het uiteraard nooit in het stadje, dat op 'slechts' 632 meter hoogte in het dal ligt. De renners duiken de aankomstplaats in na een afdaling die volgt op de beklimming van de Port de Balès. Dat is een col van de buitencategorie en het zwaartepunt van de rit. De Portet-d'Aspet, van de tweede categorie, is daarna de lastigste hindernis voor de renners. Dik vijf kilometer klimmen, tegen iets minder dan zeven procent. En voor altijd verbonden met een zwarte bladzijde in de Tourhistorie, door het dodelijke ongeval van Fabio Casartelli in 1995. Tussen de Portet-d'Aspet en de Port de Balès ligt nog de Col des Ares, die is ondergebracht in categorie drie.
De invloed van deze etappe op het uiteindelijke eindklassement zal waarschijnlijk niet groot zijn. Alhoewel... Andy Schleck verspeelde in 2010 in en gelijkwaardige rit met aankomst in Bagnères-de-Luchon zijn gele trui door het kettingincident. Zowel in dat jaar als in 2012 werd de etappe naar Luchon overigens gewonnen door Thomas Voeckler. Dit jaar is het bovendien de langste etappe. Vincenzo Nibali zit comfortabel in het geel.