André van den Ende

Column | Het leed dat witte wielersokken heet

Onze redacteur draagt witte sokken als hij zelf op de fiets zit. Daar is alleen een probleem mee...

André van den Ende

Ik ben geen Mario Cipollini, dus mij zul je niet als Caesar of in een kek pantermotiefje op de fiets zien zitten. Maar toch mag ik, op m'n eigen bescheiden wijze, vergeleken bij mooie Mario, graag m'n best doen er een beetje gesoigneerd uit te zien op de fiets. Dat betekent voor mij dat ik zwarte wielerschoenen draag met daarboven (hoge) sokken die overwegend wit zijn. Althans, dat zijn ze als ik ze koop. Nog witter dan het gebit van Michael Boogerd.

Die kleur hebben ze - uiteraard - ook nog de eerste keer dat ik ze draag op de fiets. Op dat soort momenten overweeg ik weleens een achteruitkijkspiegeltje op m'n stuur te monteren waarin ik die witte sokken, met m'n fraai gebruinde benen erboven, rond kan zien malen. Het moet een genot voor het oog van andere verkeersdeelnemers zijn. De Witte Schicht, noem ik mezelf dan. Ik rijd minstens drie kilometer per uur harder door die witte sokken. Een motortje in je fiets heet mechanische doping; ik gebruik textieldoping.

Zo'n kuurtje textieldoping is helaas alleen van korte duur. Sokken worden namelijk vies. Witte al helemaal. Dus ieder ritje waar een beetje regen of nat wegdek aan te pas komt, in combinatie met bos en weggetjes waar ook tractors overheen rijden, en het is raak. Plotseling blinken je sokken niet meer uit als het gebit van Michael Boogerd, maar zien ze eruit als het kunstgebit van die ene boze buurvrouw van vroeger, op nummer 27. Grijs, grauw en geen gezicht. De drie G's - vier eigenlijk. Eentje meer en je zou aan Het Grote Sokkencomplot gaan denken...

Tekst gaat door onder de niet meer zo witte sokken

Ik gebruik meer biotex dan Bjarne 'Monsieur 60%' Riis EPO tot zich nam. Mijn wasmachine draait sneller rond dan de beentjes van Chris Froome. Maar helaas, er kan geen Witte Reus op tegen regen en vies wegdek. Er kunnen nog zoveel raketten op m'n sokken staan; als de achtergrond meer op een grauwe lucht boven een Luiks industrieterrein lijkt, is het gedaan met de textieldoping. Of om het met Joop te zeggen: de Tour win je in de wasmachine. Oma weet raad, geef me raad: hoe houd ik mijn sokken wit?!