Het gebeurde eerder ook wel eens, maar deze Giro vielen zowel Geraint Thomas als Pieter Weening over een bidon. Voor Thomas betekende het einde Giro; Weening kon z'n weg vervolgen met wat schaafwonden. Wielrenners vielen in het verleden ook al wel eens over een bidon, maar twee dagen achter elkaar... Is het toeval of zijn er andere oorzaken? Wij zetten 3 mogelijke oorzaken op een rij.
1) Nieuw soort bidons
Pieter Weening was er na de etappe van gisteren waarin hij zelf het slachtoffer van een bidon werd duidelijk. In De Telegraaf zegt hij dat bidons levensgevaarlijk zijn geworden. Eerder hadden de bidons in het profpeloton een kliksysteem, waardoor ze opensprongen als er een renner overheen reed. Nu zit er een schroefsysteem op - zoals je dat waarschijnlijk ook op je eigen bidons hebt. Volgens renners is het dan net alsof je over een glazen fles heenrijdt.
2) Minder sterke bidonhouders
Lichter, lichter, lichter. Niet alleen de wielrenners zelf zijn steeds lichter, ook alles op en aan hun fiets moet zo licht mogelijk zijn. Nu mag een fiets - en de bidonhouder hoort daarbij - niet minder dan 6,8 kilo wegen vanwege regelgeving van de UCI, maar door de intrede van de zwaardere schijfremmen moeten ploegen mogelijk toch weer op zoek naar andere zaken om het gewicht van die remmen te compenseren en zo dicht mogelijk bij die 6,8 kilo in de buurt te komen: zo licht mogelijke, en daardoor niet zo sterke, bidonhouders.
3) Tsja, toch ook wel toeval..
Die nieuwe bidons zijn misschien nieuw, maar worden niet voor het eerst gebruikt in de Giro. En ook de bidonhouders zijn al langer zo licht, en krijgen het bijvoorbeeld in kasseienkoersen als Parijs-Roubaix wel zwaarder te verduren - al zullen de fietsen daar misschien anders worden uitgerust. Hoe dan ook is er wel sprake van een toevalsfacor. Daarmee kan het overigens nog wel steeds een goed idee zijn om de oude bidons weer van stal te halen en iets stevigere bidonhouders te gebruiken...
- Cor Vos