André van den Ende

Column | De Giro kent toch een Nederlandse winnaar en hij heet Karsten Kroon

Onze redacteur heeft de afgelopen weken genoten van Wilco Kelderman, maar misschien nog wel meer van Eurosport-commenator Karsten Kroon en zijn Belgische collega. Hij ziet bovendien parallellen...

André van den Ende

Wilco Kelderman zag door stoomtrein Rohan Dennis de Girowinst door z'n vingers glippen, maar een andere Nederlander geeft geen krimp deze laatste week van de Ronde van Italië: Karsten Kroon. De co-commentator stevent onbedreigd af op de Gouden Geit, een zojuist door mij bedachte prijs voor beste commentator van de Giro 2020. Gesteund door Jeroen van Belleghem, geheel ten onrechte door sommigen denigrerend De Babbelbelg genoemd, en de rest van de Eurosport-ploeg - Karsten heeft wel de échte steun van een ploeg - praatte hij ons glorieus door drie weken fietsen heen.

Karsten en Jeroen deden de afgelopen weken op Eurosport het onmogelijke: ze deden mij nimmer verlangen naar De Oppergoden van het Wielercommentaar, Michel en José. Zelfs tijdens reclameblokken dacht ik nooit: O Lieve Wielergod, waarom heb je die uitzendrechten exclusief aan Eurosport gegeven?! Ik dacht gewoon even terug aan wat Karsten een paar minuten geleden over een stel koeien had gezegd en er verscheen een glimlach op mijn mond.

Koeien ja. Want daar heeft Karsten het graag over. Net als over ezeltjes, schaapjes, geitjes, reigertjes en t-rexjes. Karsten houdt meer van dieren dan Martin Gaus en Freek Vonk bij elkaar - en wordt er minstens net zo enthousiast van. Niet zelden dommelde ik deze Giro met nog 97 kilometer te gaan bijna weg op de bank tot ik opeens Karsten hoorde: "Kijk dan Jeroen, die ezeltjes daar, prachtig!"

En dan was het ook prachtig. Niet alleen vanwege de ezeltjes op een of andere berghelling die de Giro-helikopter in beeld nam, maar vooral vanwege Kroon en Van Belleghem die daarna nog even doorboomden over de ezeltjes, niet zelden uitmondend in een discussie over hoe de ezel uit Pipo de Clown ook alweer heet, of de welhaast filosofische vraag of ezels ook tompoezen zouden lusten (dit laatste voorbeeld is niet willekeurig gekozen, daarover zometeen meer).

De mooiste dierendialoog ging over een in een tyrannosaurus rex-pak gestoken man die Karsten langs het parcours spotte. Dat ging als volgt:

Karsten: "Kijk Jeroen, een dinosaurus. Mooi hoor!"

Karsten, nog een keer, maar dan bij een camerashot van dichterbij: "Ja, een t-rex, schitterend."

Jeroen: "Een t-rex, ben je daar zeker van Karsten?"

Karsten: "Nou ja, het is natuurlijk gewoon een man in een dinosauruspak.."

Jeroen als ideale aangever, Karsten als vlijmscherpe afmaker. Een beter op elkaar ingespeeld duo dan De Mounties in hun beste dagen (of Ernst & Bobbie, voor de jongere lezer...)

Zo'n duo verdient natuurlijk ook wat te eten tijdens hun soms wel bijna vijf uur durende commentaarsessies (dit is een bruggetje, een ezelsbruggetjes zo je wilt, naar de tompoezen waar ik net aan refereerde..). En wat te eten kregen ze, iedere dag. Een man wiens naam ik even vergeten ben trakteerde Karsten en Jeroen zo halverwege de etappe steevast op een lekkernij in de vorm van een koekje of een gebakje, vaak een typisch Nederlandse delicatesse waar Jeroen nog nooit van had gehoord - zoals dus de tompoes.

Zaten we van het ene op het andere moment niet meer in een natuurdocumentaire van Attenboroughiaanse allure, maar in een uitzending van Heel Holland Bakt. Omdat Karsten en Jeroen vanwege de coronamaatregelen niet bij elkaar in een hokje zaten - Kroon deed zelfs enkele dagen commentaar vanuit huis - ontsponnen zich ook hier de mooiste gesprekken over al wat de pattisiërende wereld aan lekkers te bieden heeft.

Ik herinner me een gesprek over een lekkernij die Jeroen niet onmiddellijk kon plaatsen en dus maar begon te omschrijven. Het betrof iets met chocola en noten. De chocola was niet lopend, maar ook niet helemaal vast. Kroon maakte hier vanaf afstand uit op dat het om een Twix moest gaan - waarbij hij waarschijnlijk een Snickers bedoelde. Ik zat voor de tv te schreeuwen, nog luider dan toen ik Wilco Kelderman aanmoedigde op de Stelvio: EEN BROWNIE, HET IS EEN BROWNIE!

En inderdaad, het bleek om een brownie te gaan. Maar daar gaat het niet om. Het gaat erom dat Karsten en Jeroen de perfecte balans vonden tussen de vanaf nu drie heilige K's: Koekjes, Kalfjes en Koers. Want denk nu niet dat ze de hele tijd alleen maar over koekjes en kalfjes aan het praten waren. In de finale werden de dieren en deegwaren terzijde geschoven en analyseerde Kroon sterk. Of legde hij - als oud-profrenner en kortstondig natuurkundestudent - uit hoe het nu precies zit met watts, joules en andere ingewikkelde zaken. Jeroen stelde de juiste vragen.

Ze hebben kortom het vak van wielercommentator de afgelopen drie weken naar een hoger plan gebracht. Het is nog te vroeg om ze al boven Michel en José te zetten, maar ook in wielercommentatorland kloppen de jonkies nadrukkelijk aan de deur - al blijft een José de Cauwer die ik ooit ter ere van Robert Gesink live in de uitzending Oerend Hard van Normaal hoorde zingen toch nog steeds wel het summum.

Bij gebrek aan Wilco Kelderman op de hoogste trede van het podium in Milaan, moet Karsten Kroon daar straks staan, de Gouden Geit boven het hoofd houdend, geflankeerd door aan de ene kant een ezeltje en aan de andere kant Jeroen met een bokkenpoot in z'n hand. Een paar dagen later volgt de huldiging voor Kroon. In een weiland nabij Dalen, de Drentse geboorteplaats van Karsten, zal hij worden uitgeloeid door honderden koeien.

Het gesprek over de t-rex