André van den Ende

Column | Na mijn ontmoeting met Joop Zoetemelk kan ik bevestigen: hij is de liefste man ter wereld

Onze redacteur schrijft op de 75e verjaardag van Joop over zijn ontmoeting met Zoetemelk. Hij liep samen met 'm onder een vleermuis door en kwam tot het besef: Joop is écht de aardigste mens ter wereld.

André van den Ende

In 2020 had ik het genoegen Joop Zoetemelk in levende lijve te ontmoeten. Naast Wieler Revue schrijf ik voor Dagblad van het Noorden en voor die krant was ik op 10 september bij de aftrap van het NK Tijdrijden dat anderhalve maand later in Emmen zou plaatsvinden - uiteindelijk ging het evenement vanwege de tweede coronagolf niet door.

Maar die tiende september, met Joop, in de dierentuin van Emmen neemt geen virus me meer af. Vooraf wist ik niet dat Joop er zou zijn. Ik zag 'm ineens staan, babbelend met Steven Rooks, de andere eregast. Waarschijnlijk stond hij er al een tijdje, want Joop valt nu eenmaal niet zo op in een gezelschap.

Hij heeft de gave zonder schutkleuren op te kunnen gaan in de omgeving. Was hij een Italiaan geweest, dan had hij waarschijnlijk bekend gestaan als Il Camaleonte dell'Aia - De Kameleon van Den Haag (jaja, ik weet het; als Italiaan was hij vermoedelijk niet in Den Haag geboren..). Alhoewel... de felle kleuren die een kameleon doorgaans aanneemt, passen dan weer niet zo goed bij de bescheidenheid die Joop zo siert.

Naast bescheiden is Joop vooral ook heel aimabel. Voor ik 'm ooit ontmoet had, leek het me al de aardigste man ter wereld en dat beeld werd op die tiende september bevestigd. Joop = lief. Nadat hij enkele regionale coureurs op een geïmproviseerd startpodium had weggeschoten voor de kortste tijdrit ooit (ze reden op hun tijdritfiets een rondje om een parasol die 15 meter verderop stond) liepen we dieper de dierentuin in, waar een forum met Zoetemelk en Rooks zou plaatsvinden voor de sponsoren van het evenement.

Tijdens de wandeling door de dierentuin vroeg ik Zoetemelk op wat voor fiets hij vroeger eigenlijk z'n tijdritten reed. "We staken hooguit een extra tandwieltje bij. Voor de rest was het gewoon dezelfde fiets als waar we ook de bergen mee over gingen", zei Joop op z'n Joops. Hij keek er ook nog Joops bij: glimlachend en met de vriendelijkste oogopslag die er uit twee mensenogen kunnen komen.

Een deur. Terwijl we liepen kwam er een deur op ons pad. Ik versnelde mijn pas en hield de deur open voor Joop Zoetemelk. Het ging als vanzelf. Ik dacht er niet bij na, het gebeurde gewoon. Het was een haast religieuze ervaring - het Joopisme is een godsdienst die ik aan zou kunnen hangen. Achteraf denk ik dat Joop zoiets afdwingt. Joop is een magiër. Zonder dat hij het zelf doorheeft neemt hij bezit van je en hou je opeens de deur voor 'm open.

Joop Zoetemelk liep door de deur. Nu kan ik vredig sterven, ging er door me heen. De deur openhouden voor Joop, wie had ooit kunnen bedenken dat ik dat zou bereiken in het leven!

Behalve deuren waren er nog meer obstakels. We moesten onder een vleermuis doorlopen die ondersteboven aan een tak hing - in deze tijden toch zeker geen ongevaarlijke onderneming, maar met Joop aan m'n zijde en nog in euforie vanwege het deurmoment durfde ik het aan. Ook Joop ging ervoor, al keek hij wat bedeesder dan zoëven.

Ik dacht: eigenlijk zou ieder mens één keer in z'n leven de deur moeten openhouden voor Joop en daarna samen met hem onder een vleermuis door moeten lopen. Van wappies geen sprake meer. Nergens meer rellen. Wereldvrede. Leve het Joopisme! Leve Joop!