Hij kon nog net de hekken bereiken nadat hij ternauwernood als eerste over de meet was gekomen na een indrukwekkende solo van 53 kilometer in de Tirreno. Tadej Pogacar dwong de Nederlands kampioen ertoe tot het uiterste te gaan, maar hij hield 10 seconden over van z'n voorsprong van meer dan 3 minuten.
Dé wielrenner van het moment had even nodig om weer bij z'n positieven te komen, maar kon daarna z'n zegje doen over een van de zwaarste dagen uit z'n loopbaan. “Ik kan me geen koers herinneren waarbij ik op het einde zo kapot was. Ik ging echt dood op het einde, maar ik ben heel blij.”
De Nederlands kampioen trok in de aanval om een reden die ook niet echt alledaags is. “Het was heel koud.” Toen-ie zich weer een beetje warm had gereden, moest-ie er alles aan doen om Pogacar van zich af te houden. “Ik moest heel diep gaan. Gelukkig ben ik er voor beloond. Het was een behoorlijke domper geweest als ik tweede was geworden. Ik heb geen idee of ik geschiedenis heb geschreven, dat is aan anderen. Maar voor mezelf voelde het wel zo.”
- Cor Vos