Historie, parkoers en kanshebbers
Na de zeventig vlakke openingskilometers wordt het eerst heuvelachtig en bij kilometer 133 begint de 14 kilometer lange klim naar de 1040 meter hoge Monte Rest. In de resterende 54 kilometer is eigenlijk alleen de gevreesde slotklim Zoncolan van belang.
Begin jaren 2000 was de beklimming vanuit Ovaro nog niet veel meer dan een geitenpad. De weg werd pas later geasfalteerd en opgenomen in de Giro. Vanuit Sutrio stond de Zoncolan in 2003 voor het eerst in het routeboek, met gevoel voor historie ‘Il Garibaldi’ genoemd. Gilberto Simoni won solo.
De klim is ruim 13 kilometer lang en is tot de laatste drie kilometer nog goed fietsbaar met de eerste 9 kilometer tegen 7 tot 10 procent helling, dan een kilometer van nog geen vijf procent. De laatste drie kunnen wedijveren met Dantes Inferno; de hellewegen van de Giro kennen daar muren van 18, 18 en 22 procent. Luctor en emergo, ik worstel en kom boven, zal het zijn voor Bernal of gaan we toch nog een sterke Simon Yates zien...?
Het profiel
Het profiel van de Zoncolan
Het is 'm te doen in de laatste drie kilometer van de klim dus.
De 3 laatste loodzware kilometers nog even uitgelicht
Het tijdschema
De eerste renner komt volgens de schema's tussen 16.54 en 17.34 boven op de beruchte Zoncolan.
- RCS