Advies aan de bondscoach: deze renners zouden wij selecteren voor het WK in Leuven

"Dat zijn nou net de bouwstenen van de Hollandse School, waar jij het altijd over hebt in je krantje", sneerde Louis van Gaal dinsdag bij zijn presentatie naar Telegraaf-journalist Valentijn Driessen, die zijn mening over de te volgen weg nooit onder stoelen of banken steekt. Bij Wieler Revue besloten we als vrienden van de media, zoals Van Gaal zegt, de Driessen-rol eens op te pakken en wielerbondscoach Koos Moerenhout voor te schrijven wie hij moet selecteren voor het wereldkampioenschap in Leuven. Maar we geven toe: op papier ziet het er allemaal makkelijker uit dan het in werkelijkheid is.

Mathieu van der Poel (kopman)

Oké, over de kopman hoeven we niet lang te discussiëren. Met Mathieu van der Poel heeft de Nederlandse ploeg een topfavoriet in de gelederen en die verdient de volledige medewerking van de rest van de selectie.

Dylan van Baarle (meesterknecht)

Ten eerste door Dylan van Baarle, die bij Ineos Grenadiers wel gewend is om de rol van meesterknecht op zich te nemen. De hardrijder heeft één taak: er in de finale zo lang mogelijk zijn voor Van der Poel. Hij moet ervoor zorgen dat bijvoorbeeld de Belgen hun overmacht niet kunnen uitspelen.

Mike Teunissen (meesterknecht 2)

Na zijn mislukte voorjaar is Mike Teunissen weer helemaal terug. Na een goede Tour de France mocht hij in de Ronde van Denemarken voor eigen kans rijden met een derde plek tot gevolg. Teunissen zal normaliter net iets minder lang meekunnen dan Van Baarle, maar ook Teunissen zal toch zeker bij de laatste veertig renners moeten kunnen zitten op het parkoers in Leuven.

Tom Dumoulin (joker)

Na zijn tweede plaats op de olympische tijdrit is Tom Dumoulin weer terug op het hoogste niveau in het tijdrijden, maar een echte indicatie wat betreft wegkoersen hebben we nog niet. Het niveau dat Dumoulin kan aantikken in de wegrit in Leuven en in hoeverre het parkoers hem ligt, is dan ook afwachten. Daarom de rol als joker. Een rol die kan verschillen tussen aanvallen, knechten of misschien is Dumoulin er zelfs in de absolute finale nog wel bij.

Oscar Riesebeek (controleur)

Met de topfavoriet in de gelederen heb je ook iemand in de ploeg nodig die de vroege vlucht controleert. Zie de olympische wegrit bij de dames. Daarvoor selecteren we Oscar Riesebeek. Riesebeek heeft een grote motor, is al heel het seizoen in goeden doen en is bovendien een gewaardeerde ploegmaat van Van der Poel.

Sebastian Langeveld (wegkapitein)

Sebastian Langeveld is er om het onzichtbare werk op te knappen. Langeveld is het verlengstuk van de bondscoach, zoals hij het zelf omschreef op het WK in 2019. Als de koers anders loopt dan gepland moet hij kunnen schakelen om het over een andere boeg te gooien. Kan met zijn kwaliteiten bovendien nog werk verzetten in de voorfinale.

Bauke Mollema (aanvaller)

Als het voorbije jaar iets heeft aangetoond dan is het dat de aanval loont. En met Bauke Mollema heeft Nederland een aanvaller pur sang tot zijn beschikking. Iemand met oog voor het juiste moment. Het parkoers dat op en af gaat, moet hem ook goed liggen. Aanvaller voor de laatste 40 à 50 kilometer, zodat Nederland meeschuift met gevaarlijke groepen en in de achtergrond niet alles zelf moet opknappen. De grote vraag is alleen: is de kopman van Nederland dan niet al ervandoor?

Ide Schelling (aanvaller 2)

In de fase voor de finale ontstaan ook regelmatig groepen die gevaarlijk kunnen zijn. In Yorkshire zong die groep het zelfs uit tot het einde. Het leverde Mads Pedersen de titel op, terwijl Stefan Küng brons pakte. Op dit parkoers is het een ideale taak voor Ide Schelling, die in de heuvelklassiekers eerder dit jaar eenzelfde rol had. Toonde in de Brabantse Pijl bovendien heel ver mee te kunnen op deels hetzelfde parkoers.

Pascal Eenkhoorn & Danny van Poppel (reserves)

Mochten één of meerdere renners onverhoopt vormverlies hebben of ziek worden, dan is het handig dat de reserves al bekend zijn. Gezien hun prestaties van de voorbije tijd zouden ze niet misstaan in de selectie, maar de plekken zijn nu eenmaal schaars. Daarom zijn ze de eerste twee reserves: Pascal Eenkhoorn en Danny van Poppel.