Ten eerste, fietsen in de Alpen (en bij uitbreiding in het hooggebergte) is fantastisch. Naast dat er heel veel prachtige klimmen zijn, zijn er ook klimmen die op z'n zachtst gezegd wat minder mooi zijn. Wat mij betreft staat Alpe d'Huez bovenaan het lijstje van meest overgewaardeerde klimmen ooit (en daarom lees je onderin het artikel drie alternatieven vlak in de buurt die een stuk meer de moeite waard zijn).
1) Het is gewoon een lelijke klim
Heel simpel: het is gewoon een saaie (en vaak drukke) weg richting een lelijk skidorp. Niet meer en niet minder. Goed, halverwege heb je best wel een leuk uitzicht over de vallei, maar er zijn genoeg klimmen met veel mooiere vergezichten, natuur en omgeving. Maar daarover later meer.
Over dat skidorp nog het volgende. Op een paar souvenirwinkeltjes na is er niets te doen of te vinden. (Oké, er zijn twee toffe fietsenwinkels). En dan die Tourfinish. Ergens op een desolate parkeerplaats (alleen daar is ruimte om het hele circus van een Tourfinish neer te plempen). Treuriger kan niet.
2) Het is er bijna altijd snikheet (oké, vandaag dan net even niet...)
Ik ben de Alpe inmiddels een keer of vijf opgefietst en elke keer was het er snikheet. Nu heb ik niet zo heel veel verstand van geologie en het weer, maar ik vermoed dat dat komt omdat de klim in een soort kommetje ligt en de zon er overdag vol opstaat. Daar komt bij dat er op veel stukken amper beschutting tegen de zon is. Nee, echt heel leuk!
3) Het is dé ultieme bucketlistklim
En dat slaat helemaal nergens op. Het gegeven dat de Alpe op de bucketlist van bijna iedere Nederlandse fietser staat, heeft natuurlijk te maken met de periode waarin 'we' nog wel eens een etappe wonnen in dat schitterende skioord. Maar waarom zou je iets doen omdat iedereen dat doet?
Het is wat mij betreft veel leuker om op een feestje te vertellen over die onbekende klim die bijna niemand kent. Want de Alpe, die kennen we inmiddels wel.
4) Je moet een tijd neerzetten
"En, wat was je tijd?", is meestal de eerste vraag die je krijgt wanneer op een feestje vertelt dat je de Alpe bent opgefietst. Nu kan ik wel zeggen dat een tijd er niets toe doet, dat de reis belangrijker is dan de bestemming en dat ik me er helemaal niets van aantrek, maar dat is natuurlijk niet zo.
Elke keer wanneer ik dat rotding opfiets, hoor ik dat knagende stemmetje in m'n achterhoofd, want ik wil natuurlijk niet afgaan op Strava. Iets met sociale druk inderdaad.
Mijn snelste tijd is overigens inclusief het verwisselen van een lekke band (één en al ellende inderdaad), dus dat hou ik altijd maar mooi als excuus aan dat ik hem nog nooit onder het uur heb opgefietst.
5) Hij is steiler dan je denkt
Net geen 8% gemiddeld klinkt niet heel onoverkomelijk, maar dat vertekent een beetje. De laatste kilometers door dat schilderachtige Alpe d'Huez zelf zijn immers een stuk minder steil.
Daarbij komt dat vooral de eerste kilometers steil zijn, waardoor je (als het echt warm is) al helemaal gekookt bent voor je er goed en wel aan begonnen bent. En helemaal wanneer je weinig tot geen ervaring in de bergen hebt is dat steile begin echt heel vervelend. Het snijdt je meteen de benen af.
Nee, geef mij maar gewoon een klim van 6 a 7 procent gemiddeld. Dan kun je nog een beetje vaart maken en doen alsof je een heel goede klimmer bent.
6) Het is er (bijna) altijd druk
Wat moeten al die mensen toch in Alpe d'Huez? Het is natuurlijk super leuk om allerlei andere fietsers, hardlopers en steppers tegen te komen op je tocht omhoog, maar de laatste keer waren het vooral auto's en motoren die ik tegenkwam.
7) De Nederlandse bocht
Gelukkig was de Nederlandse bocht, nummertje 7, (uiteraard) helemaal uitgestorven toen ik eenzaam omhoog aan het krasselen was. Natuurlijk, ik snap dat een feestje vieren en een beetje carnavalesk doen best leuk kan zijn, maar het lijkt me vooral doodvermoeiend wanneer je er daadwerkelijk doorheen moet fietsen.
8) Er zijn veel mooiere en leukere klimmen in de buurt
Last but not least, waarom zou je de Alpe op gaaf fietsen als er veel mooiere en leukere klimmen in de buurt zijn? Ik zet er drie op een rijtje die je wél echt gedaan moet hebben.
1. Col de la Croix de Fer
Over het stuwmeer bij Allemont ga je richting de Croix de Fer, echt een schitterende en vooral erg rustige klim. Goed, ook deze klim kent een paar flink steile kilometers, maar dat wordt gecompenseerd door de mooie uitzichten bij het stuwmeer bovenop. En als je het echt zat bent kun je 2,5 kilometer voor de top linksaf slaan en sta je ineens op de Col du Glandon. Bovenop staat een hutje waar je eten en drinken kunt kopen, maar let op! Er is geen elektriciteit, dus neem wat contant geld mee.
2. La Berarde
La Berarde is een slaperig bergdorpje vlakbij Les Deux Alpes. De weg er naartoe is echt een schitterende route, over een goeddeels lege en verlaten weg. Je rijdt de hele tijd langs het riviertje de Veneon, door een prachtige en zo goed als verlaten vallei. Onderweg passeer je wat slaperige dorpjes, maar verder ben je zo goed als alleen op de wereld. Echt een aanrader! Ohja, hij is een stuk minder steil dan de Alpe.
3. Col de la Morte
De Col van de doden is een beetje het kleine broertje van de Alpe. Iets minder lang, iets minder steil. Je moet wel even een stukje fietsen richting de voet (hij begint bij Sechilenne), maar de weg er naartoe is vooral vals plat naar beneden. La Morte is 6,6% gemiddeld en vooral een erg gelijkmatige loper. Het grootste deel fiets je door het bos, maar je hebt af en toe wel een mooi uitzicht. Hij finisht in Alpe du Grand Serre waar ze, direct na de top, heerlijke pannenkoeken met Nutella serveren.
Je kunt natuurlijk via dezelfde weg terugfietsen, maar je kunt ook met een lus en via de achterkant van de Col d'Ornon (die is echt heel goed te doen) terugfietsen naar Le Bourg d'Oisans. Een prachtige route!
- Tom Akkerman