Interview | Mathew Hayman: 'Eigenlijk is Roubaix helemaal niet leuk'

Mathew Hayman was in 2016 de verrassende winnaar van Parijs-Roubaix. Dat terwijl hij het eigenlijk eerst helemaal geen leuke koers vond.

Hayman

"De eerste keer dat ik over de kasseien van Roubaix reed, was in 2000 bij mijn debuut. Veel mensen zeiden dat ik er goed in zou zijn gezien mijn gewicht en postuur. De eerste paar jaar twijfelde ik daarover. Iedereen ziet de mooie plaatjes en zegt dat het zo’n mooie koers is, maar eigenlijk was het helemaal niet zo leuk. De eerste edities raakte ik voor mijn gevoel iedere steen."

Pas in de editie van 2003 krijgt Hayman het idee dat hij meer kan op kasseien dan de gemiddelde renner. Bovendien is het minder erg om pijn te lijden als je dichter bij de kop van de koers rijdt. "De eerste voorwaarde in Parijs-Roubaix is dat je het niet erg moet vinden om pijn te lijden. In de koers zelf is het zaak om op de juiste momenten vooraan te zitten, maar zonder te veel energie te verbruiken."

"Op de kasseien helpt het als je iets zwaarder bent", gaat Hayman verder. "Absoluut vermogen is in Roubaix belangrijker dan in veel andere wedstrijden. Je moet lang een bepaald tempo kunnen volhouden, want uiteindelijk fiets je niet vaak boven je omslagpunt. Een kwaliteit die vaak vergeten wordt is het vermogen om zes uur lang te kunnen concentreren. In Milaan-San Remo moet je halfweg koers schakelen, maar in Parijs-Roubaix ligt gevaar de hele dag op de loer.”

Het Bos van Wallers

Op een kleine honderd kilometer van de finish ligt het eerste belangrijke meetpunt: Trouée d’Arenberg. Oftewel Het Bos van Wallers. De eerste strook met de maximale vijf sterren en een plek in koers waar je de wedstrijd uit je handen kunt zien glippen. Hayman heeft er niet bepaald fijne herinneringen aan. "Het is gewoon niet leuk. Er zijn momenten geweest in mijn loopbaan dat ik dacht aan stoppen en dan stond in volle vaart naar het Bos van Wallers rijden op de lijst met negatieve punten. Het is donker en de kasseien lopen naar beneden. Het is levensgevaarlijk, maar je moet mee. In 2016 ging het wel aangezien ik in de kopgroep van zo’n twintig renners zat, maar ik zei tegen Magnus dat we desondanks van voren moesten beginnen. Al dacht ik op dat moment nog niet aan het podium."

Hayman ondergaat de koers. Hij neemt niet te veel initiatief. "In 2011 reed ik na het Bos van Wallers weg. Ik deed veel te veel en had tegen het einde geen energie meer. In 2016 dacht ik: ik bepaal niet wanneer de groep achter ons terugkomt. Ik hoefde de groep met favorieten niet achter me te houden, maar ze juist opwachten. De periode tussen het Bos van Wallers en Mons-en-Pévele is belangrijk, want daar gebeurt veel."

"Daar wordt de koers gemaakt en valt alles over het algemeen in de plooi. In 2016 viel Fabian Cancellara in die fase van de koers. Hij reed al op achterstand met Peter Sagan, nadat Etixx-Quick Step in dienst van Tom Boonen koers had gemaakt. Daarvan kreeg ik zelf weinig mee, want in Parijs-Roubaix weet je pas achteraf wat er allemaal is gebeurd. Toen de groep met favorieten terugkwam vooraan heb ik even de tijd genomen om te kijken wie erbij zat. Mijn ploeggenoot Durbridge was mee en daarnaast de nodige renners van Team Sky. Maar Durbridge reed lek en een aantal renners van Team Sky viel. Dat kantelde de wedstrijd weer volledig."

"De weg naar het Bos van Wallers is levensgevaarlijk, maar je moet mee."

Mathew Hayman

De slotfase

Uiteindelijk blijven in 2016 vijf renners over vooraan: Boonen, Ian Stannard, Sep Vanmarcke, Edvald Boasson Hagen en Hayman dus. De laatste kans om nog grote verschillen te maken ligt op ruim vijftien kilometer van de meet: Carrefour de l’Arbre. Hayman voelt zich nog redelijk fris. "Sowieso heb je minder pijn als je voor de winst rijdt", lacht hij een dikke vijf jaar later. "Ik schatte mezelf als vijfde in van de groep op kop, want ik was de hele dag in de ontsnapping geweest en kwam terug van die blessure. Ik kwam als eerste van de strook voor Carrefour de l’Arbre en dacht: ik blijf voorop, want dat maakt het makkelijker om te overleven. Vijftig meter voor het begin doken drie van de vier onderdoor en in de eerste bocht kwam ook Stannard langs. Ik moest de bocht breed uitsturen en had geen snelheid meer, terwijl Vanmarcke net op dat moment doortrok."

Achteraf noemt Hayman die domper een geluk bij een ongeluk. "Ik was ervan overtuigd dat mijn wedstrijd erop zat. Ik zou vijfde worden of zelfs worden teruggepakt, maar toen ik toch terugkeerde kantelde mijn gevoel. Ik besefte dat de verhoudingen onderling helemaal niet in mijn nadeel waren. Zonder dat ik op achterstand was geraakt had ik die mentale boost nooit gekregen."

"Ik zat mentaal in de ideale positie, want ik was niet de renner die per se moest winnen. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment wel dacht: als ik maar geen vierde of vijfde word. Maar toen ik de laatste twee kilometer losraakte met Boonen ben ik ook niet doorgereden met hem. Die zege zat wel degelijk in mijn hoofd. Het zorgde niet voor extra spanning in de laatste tien kilometer. Daarmee was ik niet bezig. Ik zat onlangs het Australisch kampioenschap op de weg te kijken en daarvoor was ik in de finale veel nerveuzer."

Hayman laat Boonen verslagen achter

De wielerbaan

Als Hayman de wielerbaan van Roubaix oprijdt in het wiel van Boonen en met de andere vluchters op een kleine achterstand voelt hij vooral opluchting. Opluchting dat hij die helletocht weer heeft overleefd. "Het klinkt gek, maar dat gevoel van opluchting was niet heel anders dan bij mijn andere deelnames. Ik had de nodige ervaring op de baan, want in mijn jeugd was het altijd mijn doel geweest om deel te nemen aan het wereldkampioenschap baanwielrennen."

"Ik was alleen niet goed genoeg en werd als tweede keus de weg op gestuurd. Zo werd ik wegwielrenner. Australië is geen groot wielerland, maar een koers als Parijs-Roubaix kennen sportliefhebbers wel. Voor zulke koersen gaan de echte fans een nachtje door. Toen ik terugkeerde in Australië werd ik overspoeld met verhalen van mensen over hoe zij mijn overwinning hadden beleefd. Dat was gaaf om te horen."

Hoewel Parijs-Roubaix veel van het lichaam vraagt, staat Hayman de woensdag erop aan de start van de Brabantse Pijl. "Ik was bang dat men zou zeggen dat ik een onterechte winnaar zou zijn als ik moest lossen in de Brabantse Pijl. Dat gebeurde gelukkig niet. Je bent moe na zo’n monument, maar renners zijn vooral geestelijk op. Voor de meeste voorjaarsrenners valt hun doel weg en dan heb je iets eerder last van je rug en iets meer moeite om ’s morgens je bed uit te komen."

"De kassei heeft een prominente plek gekregen in de woonkamer. Al schuiven de kinderen de kassei soms opzij om lego te bouwen. Ik schrok op het podium hoe zwaar die kei is, zeker rond de twintig kilo. Het was al te laat om te falen, maar ik kreeg de prijs maar net boven mijn hoofd, haha. Soms blijf ik even staan bij die kassei in de woonkamer om te beseffen hoe mooi die voorjaarsdag in 2016 was."

Dit verhaal met Mathew Hayman verscheen in onze klassiekergids van eerder dit jaar. Op dat moment was Parijs-Roubaix nog niet uitgesteld.

Nieuws
  • Cor Vos