Chris Froome kende een heel moeilijk seizoen, waarin z'n beste klassering in een etappekoers de 23e plek in de Ronde van Slowakije was. Toch blijft de 36-jarige Brit positief gestemd in een interview met de Italiaanse krant La Repubblica. Z'n liefde voor het wielrennen proef je in ieder woord terug - en hij blijft hopen op verbetering.
"Ik hou van het leven van een profwielrennen. Zelfs als ik niet op m'n oude niveau terugkom, kan ik niet zonder de fiets. Het is gewoon een erg leuke baan. Direct na m'n val twee jaar geleden zette ik alles in het ziekenhuis op een rijtje. Moest ik stoppen? Ik vroeg me af wat ik wilde in het leven. Iets anders misschien? Ik kwam tot de conclusie dat ik heel er van het wielrennen hou, van het race, van het reizen, van fietsen in de prachtige natuur."
En dus zit Froome nog steeds op de fiets, ook al gaat dat nog niet zoals we van 'm gewend waren voor de harde val in de Dauphiné van 2019. "Maar ik droom nog steeds van een vijfde tourzege. Als ik Alejandro Valverde en Vincenzo Nibali zie rondrijden, dan geeft me dat motivatie om keihard te blijven trainen. Zij zijn ouder dan ik, maar wonnen de afgelopen maand nog wel. Dat geeft de burger moed."
Onder indruk van Pogacar
Natuurlijk ziet ook Froome dat er sinds zijn val het nodige veranderd is. Hij is met name onder de indruk van Tadej Pogacar. "Met name ook van zijn mentale gesteldheid. Hij heeft altijd zo'n grote druk op z'n schouders, maar ik heb hem nog nooit iets verkeerd zien doen in de koers. Als hij wil kan hij volgens mij de eerste renners sinds Marco Pantani worden die in één jaar zowel de Giro als de Tour wint."
- Cor Vos