"Ik begon pas met wielrennen toen ik een jaar of veertien was", vertelde de Deen eerder dit jaar tegen Wieler Revue. "Dat was in augustus. Het seizoen erop reed ik mijn eerste koers. Ik zag de Tour de France op televisie en dacht: dat lijkt me wel wat. Mijn ouders hebben me altijd aangemoedigd om te sporten en ik vond het ook leuk om te doen, maar voordat ik aan wielrennen deed, heb ik jarenlang aan dressuur gedaan."
"Dat deed ik door mijn opa. Op een gegeven moment vervaagde de dressuur een beetje en ben ik een aantal andere dingen gaan proberen. In het begin was het lastig iets te vinden, maar na het zien van de Tour de France kocht ik een fiets en meldde ik me aan bij de lokale fietsclub. Ik vond het direct leuk om te doen."
"Hoewel ik laat begon met de sport had ik al snel grote ambities. Zo ben ik gewoon. Ook in dressuur wilde ik de beste zijn. Het duurde niet lang voordat ik de droom had om profwielrenner te worden. Tegelijkertijd was ik realistisch en wist ik dat het niet makkelijk zou worden. Je moet er keihard voor werken, maar zelfs dan slagen weinig mensen. Het was een droom en zeker ook een doel, maar ik nam mijn studie ook serieus. Want dat je iets wil betekent niet dat het ook gaat gebeuren."
Asgreen gold niet meteen als heel groot talent. "In het begin was het best lastig om mijn weg te vinden in een generatie met Mads Würtz Schmidt, Mads Pedersen en Søren Kragh Andersen. Bij de junioren werd ik nooit geselecteerd voor de nationale ploeg of zelfs bij de beloften kwam dat pas in mijn vierde jaar. Mijn eerste reis met de nationale ploeg was naar het WK 2016 in Doha."
"Ik maakte helemaal geen deel uit van het nationale programma, maar reed dat jaar zo goed dat ik mee mocht. Pas in 2017 als vierdejaars belofte werd ik opgenomen in het programma van de bond. Op het moment dat ik begon met wielrennen kon ik al koersen winnen in Denemarken, maar alleen als die andere drie afwezig waren. Zij zaten bij de besten van hun generatie ter wereld. Ze waren van een ander niveau dan ik op dat moment."
- Cor Vos