Stuyven vertelt in het Sport Wielermagazine over de intrede van de twee crossers in het wegpeloton en over de onwijze concurrentie voor het voorjaar. "Als je de lijst afgaat met renners die een voorjaarskoers willen winnen en je filtert degenen eruit voor wie dat ook een realistische ambitie is, dan hou je nog altijd een lange reeks namen over."
De renner van Trek-Segafredo heeft over succes de laatste jaren niet te klagen. In 2020 zegevierde hij in Omloop Het Nieuwsblad en een jaar later schreef hij Milaan-Sanremo op zijn naam. "Ik mag trots zijn op mijn palmares van de laatste twee jaar, zeker in acht genomen dat Wout van Aert en Mathieu van der Poel meerijden."
"Ik weet dat sommige jongen opbotsen tegen de vraag hoe ze die twee moeten verslaan, maar zelf heb ik me nooit laten frustreren door Wout of Mathieu. Ze zijn niet onverslaanbaar. Sterker nog: hun stunts geven me op een bepaalde manier ook een boost."
"Want ze bekopen het wanneer ze zo uithalen", gaat Stuyven verder. "In Tirreno-Adriatico vorig jaar koersten Wout en Mathieu op fabelachtig niveau: denk maar aan de ongelooflijke solo van Mathieu. Maar Sanremo was voor mij. Eigenlijk is hun doorbraak goed nieuws voor mij. Dat zij er zijn, vermindert de druk, want iedereen verwacht dat de favorieten winnen. Ik zit hen op de huid, en op een goede dag versla ik hen."
De grootste droom van Stuyven is Parijs-Roubaix. "Als ik een koers mag kiezen, dan Roubaix, ja. Het blijft de meest mythische, machtige koers. Al hoeft het niet zo extreem als vorig jaar. Geef mij maar een droge Roubaix. Liever dat iedereen heelhuids de finish haalt."
- Cor Vos