Van Aert was een klasse apart in Omloop Het Nieuwsblad, maar verkiest opbouwen in Parijs-Nice boven om de winst meedoen in Strade Bianche. Dat heeft een specifieke reden, vertelt sportief directeur Merijn Zeeman in gesprek met Procycling. "Tijdens de evaluatie vorig jaar vroegen we hem: 'Als je diep in je hart kijkt, waar wil je komend seizoen dan op je allerbest zijn?'
"Voor hem was dat heel duidelijk in de monumenten. Milaan-San Remo en nog meer in Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Op basis daarvan zijn we een route gaan uittekenen en dat betekende dat we een aantal opofferingen moesten doen."
De eerste opoffering was afzien van deelname aan het WK veldrijden, maar wellicht nog pijnlijker is het links laten liggen van Strade Bianche. "Als je de keuze maakt Strade Bianche te laten schieten, dan hoort daar ook een WK cross bij. Iedereen die iets begrijpt van periodisering weet dat het heel lastig is om eind januari op je allerbest te zijn en dat vervolgens in april nog eens te zijn. Helemaal met het reizen door tijdzones dat bij het WK cross kwam kijken."
Het hogere doel is top zijn in vooral de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. "Het mooie van topsport is dat er een risico zit aan de keuzes die je maakt. Zouden we met Wout een programma vanaf de Strade tot en met Roubaix doen, dan haal je altijd succes. Hij zal altijd een mooie koers winnen. Maar daarmee loop je ook het risico dat je in Vlaanderen en Roubaix net iets minder bent en tegen een renner aanloopt die alles op die twee monumenten heeft gezet."
"Zoals Asgreen die vorig jaar in die weken boven zichzelf uitsteeg. Het maakt de kans dat je die allergrootste wedstrijden wint kleiner. Het is een keuze waarover je kunt twisten. Je gooit wat weg - zie de resultaten van Wout in Tirreno vorig jaar - maar je kunt er ook dubbel voor beloond worden."
- Cor Vos