Interview | Tsgabu Grmay is pionier van het Afrikaanse wielrennen: 'Als wielrenner ben ik meegegaan in de Europese wereld, maar veel jongens kunnen dat niet'

Met de eerste Afrikaanse zege in een klassieker heeft het wielrennen in Afrika een enorm boost gekregen. We spraken vorig jaar met een van de pioniers: Ethiopiër Tsgabu Grmay.

Grmay
  • Tsgabu Grmay Tsgabu Grmay

Net als Girmay is ook Grmay opgepikt door de UCI, dat renners uit minder traditionele wielerlanden de kans geeft om kennis te maken met de wielersport. "Pas vanaf dat moment wilde ik daadwerkelijk prof worden. De mensen bij het trainingscentrum vertelden dat ik het in me zou hebben, want ik behoorde tot de beteren van de groep."

"Mijn broer heeft er ook gezeten en had al de nodige ervaringen met me gedeeld. Een ander belangrijk moment voor me was dat Daniel Teklehaimanot een contract tekende bij Orica-GreenEdge. Toen ik dat zag, dacht ik: als hij het doet, dan gaat het mij ook lukken."

In 2012 voegt Grmay zich bij MTN-Qhubeka (het huidige Team Qhubeka-NextHash, red.), dat dan nog continentaal is. Het jaar daarop krijgt het Zuid-Afrikaanse team een Procontinentale-licentie en mag Grmay zich prof noemen.

"Als continentale renner kreeg ik duizend euro per maand en daar was ik hartstikke blij mee, maar toen de ploeg een proflicentie kreeg, was dat helemaal lifechanging voor me. Mijn grote probleem op dat moment was alleen mijn techniek. Ik was zo slecht in het peloton, kon niet goed afdalen. Ik moest mezelf alles nog leren, want er is geen Ethiopische renner geweest die het mij heeft voorgedaan."

Hij wil ermee zeggen: als je eenmaal in het profpeloton zit, betekent dat niet dat je er automatisch blijft. Al helemaal niet als Afrikaanse renner. Een Teklehaimanot verdween ook redelijk snel en geruisloos uit het profpeloton. Grmay niet, want na zijn tijd bij MTN-Qhubeka rijdt hij achtereenvolgens voor Lampre-Merida, Bahrain-Merida, Trek-Segafredo en sinds 2019 voor het huidige Team BikeExchange.

Hij hoopt de volgende generatie Afrikaanse wielrenners zijn ervaring mee te kunnen geven. Hij heeft één belangrijke tip: verdiep je in de westerse cultuur. Leer Engels en wees bereid om gesprekken aan te gaan.

"Ik vertel nieuwe talenten hoe hun leven in Europa eruit gaat zien. Ik moest zelf ook onwijs wennen, maar ik heb me weten aan te passen. Veel jongens worstelen met de omschakeling. Ik ben met mensen gaan praten, terwijl veel jongens binnenblijven en alleen bezig zijn met wielrennen. Zo pas je je niet aan."

Gevraagd naar de grootste culturele verschillen moet Grmay lachen. “Laten we beginnen met het weer, als is dat niet iets cultureels. Verder kon ik moeilijk wennen aan het eten en in Afrika denken we ook dat alle Europeanen hetzelfde zijn, haha. Terwijl er tussen Fransen en Nederlanders ook grote culturele verschillen zitten."

"Als wielrenner ben ik meegegaan in de Europese wereld, maar veel jongens kunnen dat niet. Zelfs niet als je ze het duidelijk vertelt. Ik heb tegenwoordig ook een volledig andere mentaliteit dan in 2011. Communicatie is een van de sleutels gebleken. Ik heb Engels geleerd en heb daardoor aansluiting gemaakt. Ik wil het Afrikaanse wielrennen daarmee helpen en renners behoeden voor de fouten die ik in het begin maakte."