De Amstel Gold Race staat voor de deur en daar spraken wij Michael Boogerd uitgebreid over in onze klassiekergids van 2022. De Hagenees is nooit op zijn mondje gevallen en daarom weten we nu precies hoe het eraan toeging bij de Amstel die hij won in 1999 door Lance Armstrong in een millimetersprint te verslaan nadat Boogerd tegen z'n natuur in niet meer op kop mocht komen van de ploeg.
Alles op Zberg
Boogerd vertelt over de tactiek vooraf. "Het was duidelijk dat we deze koers moesten winnen. Jan Raas was zelfs speciaal naast Theo de Rooy in de volgwagen gaan zitten. Je had in die tijd nog een lus door België en om eerlijk te zijn was ik toen al behoorlijk naar de kloten. We kwamen in de finale met een vrij grote groep voorop, met vijf man van Rabo erbij. Raas schreeuwde dat we moesten aanvallen om de snelle Markus Zberg in een zo goed mogelijke positie te manoeuvreren."
Die tactiek pakte niet helemaal uit zoals gewenst en dat was tegen het zere been van de grote baas Raas. "Hij kwam naast me rijden vlak voor de Halembaye en zei dat we alles op Zberg moesten zetten. Ik moest de boel bij elkaar houden. Dat vertelde ik vervolgens aan Zberg omdat hij het Nederlands van Raas niet kon verstaan. Toen zei Zberg tegen me dat hij ook niet meer goed was. Ik hoorde Raas zoiets roepen van ‘die kut-Zwitser moet zorgen dat hij die koers hier wint!’ Maar van al die tactische plannetjes kwam niet veel terecht toen Armstrong op de Halembaye demarreerde."
Op z'n flikker van Raas
Hoewel Boogerd dus - in z'n eigen woorden - al aardig naar de klote was, kon hij mee met Armstrong. "Op hangen en wurgen. Ik reed meteen volop mee met Armstrong. Enerzijds omdat het mijn karakter is maar ook omdat Zberg had aangegeven niet meer goed te zijn. Al snel zag ik de auto van De Rooy met Raas aan komen rijden. Raas schreeuwde me toe dat hij m’n kop eraf zou trekken als ik nog een meter op kop zou komen."
Boogerd bleef in het wiel, Zberg kwam terug, maar het noodlot sloeg toe (achteraf niet natuurlijk): de Zwitser knalde op een motor en viel samen met een andere renner letterlijk weg.
"Ik had helemaal niet door dat ze gevallen waren. Er was zoveel publiek dat ik het niet eens gehoord had. Vanaf de voet van de Sint Pieter trok Armstrong hard door en deed hij me zeer. Toen ik niemand meer zag achter me dacht ik dat we Zberg en Missaglia er nogmaals afgereden hadden. Het was dus duidelijk dat ik weer in het wiel van Armstrong zou gaan zitten, omdat ik anders op m'n flikker zou krijgen van Raas."
In het wiel van de Texaan won Boogerd de sprint uiteindelijk met miniem verschil. "Na de finish zei Armstrong tegen me: ‘Boogie, I know you’re not a flikker’. Hij wilde elk jaar weer die Gold Race heel graag winnen. Er werd in de finale zelfs over geld gesproken. Ondanks dat hij een flink bedrag bood kon ik daar gewoon niet op ingaan. Ik was helemaal niet zeker in die sprint, omdat hij normaal gesproken een stuk rapper is dan ik."
Onenigheid met Armstrong, maar later verbondenheid
In latere jaren ontstond er flinke onenigheid tussen Armstrong en Rabo/Boogerd. Maar dat had niks met die Amstel Gold Race te maken, vertelt hij.
"Natuurlijk vroeg Armstrong constant om over te nemen maar ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik niet mocht. Dat begreep hij ook wel. Er is later onenigheid ontstaan tussen Rabobank en US Postal, maar dat had niks te maken met deze Amstel Gold Race. In de Tour de France van 2002 is er bonje ontstaan na mijn zege op La Plagne en daardoor heeft Armstrong mij de Amstel Gold Race van 2003 door de neus geboord. Een week later voor aanvang van Luik gaf Armstrong dat ook rechtstreeks toe. Maar daarmee was het voor hem ook klaar."
De twee maakten het na hun loopbaan goed - voor zover dat nodig was. Inmiddels kunnen de twee weer prima door een deur. "Ik heb hem vorig jaar weer eens gesproken in zijn podcast, ja We hebben een beetje dezelfde humor en het voelde vertrouwd. Hij heeft zijn verleden natuurlijk op een heel andere manier beleefd dan ik, maar ik merk wel dat ik meer verbondenheid voel met jongens uit die tijd. Er is onderling veel respect ondanks het feit dat er veel nare dingen gebeurden in die tijd. Kameraadschap vind ik een te groot woord maar verbondenheid is er zeker."
Beeld: Cor Vos
- Cor Vos