Van Wilder had nu moeten schitteren in de Giro d'Italia, waar hij van zijn ploeg Quick-Step Alpha Vinyl alle ruimte zou krijgen in het gebergte. Hij kwam echter ten val in Luik-Bastenaken-Luik en brak daarbij zijn kaak. "Ik word er niet blij van om naar de koers te kijken. Eigenlijk interesseert het me niet echt", vertelt hij tegen Het Nieuwsblad.
"Het is ongelooflijk wat ik meemaak: een knieoperatie in november. Dan corona, dan gevallen in Catalonië. Ik zou dan op hoogtestage gaan, maar die ging niet door na een griepepidemie in de ploeg. Uiteindelijk raakte ik toch klaar voor de Giro - ik mag zeggen dat ik in de beste vorm van mijn leven was - en dan breek ik mijn kaak in Luik."
Inmiddels gaat het goed met de blessure, vertelt Van Wilder. "Praten gaat probleemloos, eten blijft moeilijk. Bij het kauwen mag ik niet over de pijngrens gaan. Zachte voeding lukt, maar hardere dingen kan ik totaal niet eten. Dat is vooral lastig bij het trainen, want ik kan geen energiebar eten. Zelfs bananen lukken nog niet zo goed. De hele tijd gelletjes nemen gaat ook niet, want dan ligt je maag totaal overhoop. Ik zoek."
Van Wilder kwam over als absoluut toptalent, maar heeft nog niet kunnen laten zien welk potentieel er in hem zit. "Voor mezelf zit ik wel onder de maat, ja. Ik heb de indruk dat ik niks heb kunnen laten zien. Vorig jaar was er dat gedoe met Team DSM. Nu ben ik opnieuw zes weken kwijt. Elke keer gebeurt er iets waardoor het net niet lukt. Dat moet stoppen en dat gaat ook stoppen. Ik heb het gevoel dat deze blessure een keerpunt is. Dat al het ongeluk voorbij is."
"Ik ben mentaal ondertussen steenhard geworden. Die periode bij DSM was de hel. Dus wat me nu overkomt, kan ik relativeren. Ik geef eerlijk toe: vorig seizoen - of toch de tweede helft - was mentaal de moeilijkste periode in mijn leven. Zet eender welke renner in mijn plaats en driekwart geeft op of wordt depressief."
"Elke ochtend stond ik op in het donker, zonder doel, zonder perspectief voor de toekomst. Precies het omgekeerde van wat een topsporter nodig heeft. Je denkt: moet ik nu vijf uur gaan trainen? Waarom? En toch heb ik het gedaan. Ik heb niet opgegeven. Toen de ploeg me in september toch nog opstelde in twee koersen, waren ze zelf verrast hoe goed ik was. En omdat ik niveau haalde, heb ik toch nog de overstap naar Quick-Step kunnen maken. Ik ben er goed uitgekomen en dat heb ik aan mezelf te danken."
- Cor Vos