De klimploeg van Soudal Quick-Step heeft de voorbije maanden flink wat kritiek gekregen. Analisten en wielerliefhebbers vinden dat Remco Evenepoel in het hooggebergte niet goed genoeg omringd is, in tegenstelling tot Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard.
Ilan Van Wilder, één van de superknechten in die klimtrein, is het niet een met die kritiek. Hij is er zelfs helemaal klaar mee. Na afloop van de vierde Touretappe, waarin The Wolfpack trouwens uitstekend voor de dag kwam, moest Van Wilder in gesprek met Het Nieuwsblad even zijn hart luchten.
'Stuk stront'
"Ik ga even het moment nemen om mijn teleurstelling te uiten naar de media”, aldus de 24-jarige Brusselaar. “Er komt altijd maar commentaar op de ploeg en dat is niet leuk om te horen. Ik zal het zeggen zoals het is: wij voelen ons echt een stuk stront. Mensen vergeten dat we jong zijn en dat het voor velen de eerste Tour is."
De vergelijking met de sterrenploeg van UAE Team Emirates vindt hij niet opgaan. "Sorry, maar ploegen zoals UAE, dat zijn geen knechten, maar allemaal kopmannen die rijden voor minstens twee miljoen euro. Daar is alles mee gezegd."
Tijdens de eerste Alpenrit bewees Van Wilder overigens zijn gelijk. Op de Galibier had Evenepoel met Landa nog een mannetje, terwijl Vingegaard geïsoleerd zat. "Ik hoor altijd hetzelfde: met die mannen gaan ze het niet doen. Ze hebben de ploegen niet. Ik ben het een beetje beu."
- Cor Vos