In de tijdrit heeft Team Jumbo-Visma met een eerste en tweede plaats voor respectievelijk Wout van Aert en Jonas Vingegaard wederom laten zien hoe goed ze zijn. “Je ziet hoe extreem goede renners Jumbo heeft, maar ook hoe goed ze het voor elkaar hebben”, vertelt Thijs Zonneveld in de nabeschouwing voor het Algemeen Dagblad.
De analist zag namelijk ook David Gaudu voorbijkomen. “In Frankrijk wordt veel gewezen naar Jumbo-Visma en dan wordt het D-woord er vaak bijgehaald. Ik vind het goed dat er aan iedereen vragen wordt gesteld, maar als je het zelf niet voor mekaar hebt in een tijdrit… Gaudu rijdt zich iedere dag het snot voor zijn ogen in de bergen, maar in de tijdrit zit hij gewoon rechtop. Dan houdt het ook wel een beetje op.”
2015
In 2015 was Team Jumbo-Visma nog het lachertje van het peloton en volgens Zonneveld moet je de eindzege van de Nederlandse ploeg dan ook in breder perspectief zien. “Ze zijn sinds 2015 bezig iets op te bouwen. Toen was die ploeg best wel slecht. Ze hebben gezegd: ‘We gaan eerst investeren in de omkadering en niet in dure renners en hogere salarissen.'”
“We gaan ervoor zorgen dat we alles voor elkaar hebben en we hopen dat renners en sponsors dat zien. In de hoop dat er telkens iets bij zou komen. Iedere keer een beetje meer budget. Dat heeft op een manier uitgepakt zoals ze nooit hadden durven dromen. Dat is precies uitgepakt zoals hun droomscenario was.”
Toch was het tot dit jaar ook vaak net-niet. Denk aan de Tour de France 2020, waar Roglic in de tijdrit uit de gele trui werd gereden door Tadej Pogacar. Ieder jaar wordt de ploeg een beetje beter. “Jumbo is nu zo goed geworden dat je voorafgaand kunt zeggen: is je jaar geslaagd als je niet een grote klassieker of grote ronde wint? En eigenlijk alleen de Tour. Dan is het antwoord al snel dat Gent-Wevelgem of Parijs-Nice niet genoeg is.”
Daarom stond er veel druk op in de Tour de France. “Als je dan Pogacar moet verslaan, dan moet dat van ver komen. Ik begrijp dat als het dan lukt er veel opluchting en emoties vrijkomen.”