Bijna dagelijks zie ik op Instagram foto's langskomen van profwielrensters en profwielrenners die op een terrasje een koffie/colaatje en een lekkernij tot zich nemen tijdens een welverdiende pauze op training.
Pas toen ik een foto van Wout van Aert zag waarop een kopje koffie, een Red Bull-helm en een alleraardigst Sardijns taartje (hij is in Sardinië op traininskampvakantie) te zien waren, besefte ik het: die taartjes wandelen niet vanzelf naar de tafeltjes waar de heren en dames profwielrenners zich nestelen voor hun pauze.
Nee, taartjes kunnen niet wandelen. Mensen wel, en dus is zo'n taartje door een mens naar het tafeltje van Wout van Aert gebracht. Met andere woorden: je kunt de uitbater/ober/serveerster van een horecagelegenheid met een terras zijn, nietsvermoedend zomaar eens naar buiten gaan om te kijken of er nog nieuwe klandizie is en dan Wout van Aert aantreffen op je terras.
Geen jong stel met twee krijsende kinderen omdat de Fristi op is. Geen moeilijke gasten met vragen over lactosevrije glutengebakjes. Niet de hele bejaarde We Zijn Er Bijna-clan inclusief Martine van Os. Nee. Wout van Aert. Zomaar op je terras. Helmpie af, benen gestrekt onder de tafel, wachtend op jou, de uitbater/ober/serveerster van horecagelegenheid met een terras, omdat hij een kopje koffie en een taartje wil.
Als deze column een droom was, dan zou dit het moment zijn waarop ik badend in het zweet wakker zou schrikken. Ik zou het namelijk niet durven. Met een vol dienblad op de hand naar Wout van Aert stiefelen.
Veel te bang dat ik op het moment suprême struikel, het taartje van het smetteloze geelzwarte Jumbo-Visma-tenue een vieze bende maakt (zou zo het ontwerp voor dat Tour de France-shirt ontstaan zijn?) en, veel erger, de kokend hete koffie op de machtige bovenbenen van Wout belandt, met alle gevolgen van dien.
Wielercafés schieten als paddestoelen uit de grond, maar ik begin er niet aan. Of misschieen eentje waar naar goed Joop Zoetemelks recept alleen lauwe thee te verkrijgen is.
- Photo: Miwa iijima/Cor Vos © 2022