Lars van der Haar kroonde zich vorig jaar op prachtige wijze tot Europees kampioen veldrijden en behoort weer standaard tot minimaal de subtop. Toch heeft hij moeilijke jaren gehad. Vooral 2016 was lastig. Hij reed op dat moment zijn tweede seizoen voor Team Giant-Alpecin, het huidige Team DSM.

Dat beviel hem allerminst. “Dat het nu weer zo goed gaat, heeft ook een heel stuk te maken met het teruggekeerde plezier”, vertelt de huidige renner van Baloise Trek Lions in gesprek met Eurosport-podcast Kop over Kop. “Dat is teruggekomen nadat ik ben weggegaan bij Team DSM. Dat plezier moet je vervolgens eerst zien terug te vinden en dat heb ik bij mijn huidige team.”

Vervolgens gaat Van der Haar iets dieper in op de redenen waarom hij niet meer kon genieten van zijn sport. “De gezelligheid met renners en bepaalde stafleden was er wel, maar met hogerop was het niet altijd leuk samenwerken. Die samenwerking maakte het lastig om het plezier te behouden. De manier van werken paste niet bij mij.”

De welbekende protocollen van de ploeg van manager Iwan Spekenbrink en hoofdcoach Rudi Kemna nekten ook Van der Haar. “In het eerste jaar ging het wel top en ik heb ook zeker geen spijt van mijn keuze, maar op een gegeven moment werd de samenwerking heel lastig en werd het steeds moeilijker om het hele crossverhaal naar hen toe uit te leggen.”