Uitgebreide reconstructie Giro-zege Dumoulin: 'Ik kreeg veel reacties van renners die vertelden dat ze Tom liever zagen winnen'

Tom Dumoulin is vandaag 33 geworden. Daarom blikken wij uitgebreid terug op de Giro di Tom: een reconstructie van zijn Giro-zege die we maakten met onder andere Laurens ten Dam en toenmalig ploegleider Aike Visbeek.

Giro DÕItalia 2017 stage 21

Inmiddels kennen we Tom Dumoulin als een uitstekend wieleranalist bij de NOS (en ook als een uitstekend hardloper). De laatste jaren van z'n actieve carrière als wielrenner verliepen door allerlei problemen moeizaam. Maar die Giro van 2017 blijft altijd.

We blikken met ploegleider Aike Visbeek en 'knechten' Laurens ten Dam, Simon Geschke en Chad Haga uitgebreid terug op de voor Nederland mooiste grote ronde uit de recente geschiedenis.

Het gesprek loopt na ruim drie kwartier langzaam op zijn einde als Aike Visbeek opmerkt dat we nog wel drie uur verder kunnen praten over de Giro d’Italia van 2017. Hij stelt dat er zonder meer een boek in zou zitten. Een boek over de huzarenstukjes van Tom Dumoulin, over alle tegenslagen die hij moest overwinnen tijdens de drie weken door Italië en over de combines die er waren toen de strijd op het scherp van de snede werd gevoerd.

Visbeek: “Het is de grootste overwinning die ik heb behaald als ploegleider. De herinneringen worden nog regelmatig opgerakeld. Door journalisten en fans, maar ook door renners van mijn huidige ploeg Intermarché-Wanty-Gobert Matériaux. Iemand als Rein Taaramäe is veel bezig met tijdrijden en vraagt naar mijn ervaringen met Dumoulin. Bovendien hangt er aan de muur van mijn kantoor een roze trui. Dus ja, alleen daardoor word ik al bijna iedere dag eraan herinnerd.”

Ten Dam: “Het is niet dat ik er dagelijks aan denk, maar als de Giro d’Italia weer begint dan word je er altijd weer aan herinnerd. Of toen ik onlangs met Tom in Colombia was ook. Al fietsten we toen samen met Mauricio Ardila en dus ging het vaker over de Giro d’Italia die werd gewonnen door Denis Menchov en waar Mauricio en ik bij waren.”

Geschke: “Het is een van de mooiste herinneringen uit mijn loopbaan. Het is niet makkelijk om een grote ronde te winnen, maar het is voor een helper ook niet makkelijk om deel uit te maken van een team dat een grote ronde weet te winnen. Vooraf was duidelijk dat Tom voor een klassement zou gaan. We wisten uiteraard hoe sterk hij was, maar in een grote ronde weet je nooit precies wat dat waard is. We geloofden in een podiumplaats, maar we legden onszelf voorafgaand niet de druk op dat we moesten winnen. Dat deed Tom zelf ook niet.”

Haga: “Twee jaar eerder won Tom natuurlijk bijna de Vuelta a España en in 2016 droeg hij de eerste week van de Giro d’Italia de roze trui. Hij wist dat het mogelijk zou zijn om te winnen, maar hij had het nooit eerder de volledige drie weken volgehouden. Er was enige onzekerheid, maar dat sterkte tegelijkertijd de gedachte dat we alles zo goed mogelijk op orde moesten hebben.”

Tom op Tenerife

Ten Dam: “Zeker bij een aantal andere jongens is het geloof pas tijdens de race gegroeid, maar ik zat ter voorbereiding met Tom op hoogtestage op Tenerife. Daar hebben we uitgesproken dat we voor het hoogst haalbare zouden gaan. Steven Kruijswijk won een jaar eerder bijna, waardoor we beseften dat het niet onmogelijk was voor een Nederlander om een grote ronde te winnen."

"Ik reed eerst nog de Ronde van het Baskenland en voegde me pas later bij de jongens die op Tenerife zaten. Ik had veel ervaring in het rijden van klassementen en wist ook hoe ik de koers moest lezen. Zeker in de bergen. Die tien dagen op de Teide waren belangrijk om de juiste mindset te kweken. Ook toen rommelde het soms al binnen Team Sunweb en daar heb ik Tom voorgehouden dat het uiteindelijk erom ging dat hij Quintana de nek om zou draaien als die een slecht moment zou hebben.”

Haga: “Voordat we met Laurens naar Teide gingen, zijn Tom en ik nog op trainingskamp geweest naar Sierra Nevada. We maakten veel plezier en deden zeker bergop onze eigen inspanningen. Ik kon hem natuurlijk niet volgen. Een trainingskamp kan saai zijn, maar als je met de juiste houding daarheen gaat, wordt het makkelijker. We bleven lang natafelen en hadden gesprekken over allerlei dingen. Tom is een nieuwsgierig persoon en stelde me bijvoorbeeld vragen over de Amerikaanse politiek. Zeker op Tenerife gingen we ook vaak wandelen, omdat je daar prachtige vergezichten hebt.”

Verkennen

Visbeek: “Voor het seizoen 2016 afgelopen was, kreeg ik al te horen dat ik het jaar erop de Giro zou doen met Tom. Hij had in 2015 die verrassende Vuelta gereden en in 2017 zouden we voor het eerst vol voor het klassement gaan. Toen alles duidelijk was, ben ik meteen aan de slag gegaan met het bepalen van een strategie. Ik hamerde er binnen de ploeg op dat de kans groot zou zijn dat Tom de roze trui zou pakken na de tijdrit in etappe tien."

"De ritten die daarna volgden, wilde ik allemaal met eigen ogen gezien hebben. Voor de Tirreno-Adriatico dat jaar heb ik in vier dagen acht etappes verkend. Dat kan ik niemand aanraden. In die Italiaanse dorpjes schiet je totaal niet op, waardoor ik van zeven uur ’s morgens tot tien uur ’s avonds in touw was. Maar ik wist dat we extra nerveus zouden worden als we het parkoers niet kenden. Nu wisten we in elk geval waar de gevaren lagen.”

Preidler

Ten Dam: “We hadden niet de allersterkste ploeg op papier, maar wel een groep die voor elkaar door het vuur ging. Tom vindt het fijn dat hij niet de enige kopman is en daarom ging Phil Bauhaus mee voor de sprint. Die was wel flegmatiek. Hij stapte op een gegeven moment af en leek daar ook niet mee te zitten. Verder was Georg Preidler een beetje gek aan het doen. Hij heeft goed werk gedaan, hoor. Maar het ging niet van harte.”

Geschke: “Zo nu en dan waren er spanningen tussen Georg en mensen binnen de ploeg. Georg was een van mijn beste vrienden, maar ook tegen mij was hij niet altijd eerlijk. Ik herinner me dat er spanningen waren tussen hem en Tom, maar dat hoorde ik pas na de koers. Vooral in de derde week kwam dat tot uiting, maar dan is iedereen nerveuzer dan normaal."

"Hij vond het niet leuk om de hele dag op kop te rijden en dan te moeten lossen, maar dat werd wel van hem gevraagd. Later toen hij al voor Groupama-FDJ reed, bleek dat hij betrokken was bij de Oostenrijkse dopingzaak Operation Aderlass. Ik heb hem nog een bericht gestuurd, maar hij heeft nooit op me gereageerd. We waren goede vrienden en ik heb de stap gezet door contact op te nemen, maar als hij niet reageert dan is het ook over voor me.”

Haga: “Iedereen heeft zijn eigen persoonlijkheid. Laurens was bijvoorbeeld iemand die heel optimistisch was, maar Georg was een eigenwijs iemand. Een persoon die eerder stress voelde. Toen ik van Operation Aderlass hoorde, was ik zeker boos. Hij was onderdeel van onze winnende ploeg. Nu is er een schaduwkant overheen gekomen. Ik geloof niet dat hij toen aan de doping zat, maar het is frustrerend om zo’n ploegmaat te hebben gehad. Het is helaas onderdeel geworden van het verhaal, omdat hij nu eenmaal in onze ploeg zat en zijn naam gerelateerd wordt aan doping.”

Visbeek: “Georg was iemand die na tien dagen in een grote ronde nog amper was te bereiken. Als je op een constructieve manier zei dat hij rustiger op kop moest rijden, werd hij al boos. Na tien dagen werd hij mentaal kwetsbaar en precies op dat moment kreeg ook zijn vriendin nog een auto-ongeluk. Gelukkig zonder schade, maar dat was uiteraard niet makkelijk voor hem."

"Dat was een verzachtende omstandigheid maar niet om alles goed te praten, want we waren zeker geen vrienden. Eigenlijk wilde ik hem ook helemaal niet meenemen, want hij was niet iemand voor een grote ronde. We hadden alleen een redelijk smalle selectie qua klimmers. Het management wilde Wilco Kelderman eigenlijk ook nog naar de Tour de France sturen. Dat wilde hij zelf helemaal niet en ik zag in dat we hem erbij moesten hebben.”

Wilco Kelderman

Kelderman wordt meegenomen als meesterknecht van Dumoulin in het hooggebergte. Als de renner die zijn kopman in volle finale moet bijstaan. De Amersfoorter maakt in de eerste week een goede indruk, maar krijgt niet voor het eerst in zijn loopbaan te maken met pech. In aanloop naar de klim naar Blockhaus – waar de eerste schifting voor het klassement gemaakt gaat worden – kan Kelderman geen kant op als een motor onhandig staat geparkeerd in de berm. Kelderman valt, breekt zijn vinger en is genoodzaakt de strijd te staken.

Visbeek: “We zouden weliswaar voor een klassement gaan met Tom, maar met Wilco wilden we een tweede man hoog in het klassement houden. Zo konden we via hem druk uitoefenen op andere ploegen. Al lag de focus honderd procent op Tom. Bergop waren ze redelijk aan elkaar gewaagd, maar Tom maakte in de glooiende tijdrit in etappe tien het grote verschil. Het uitvallen van Wilco was een grote tegenslag.”

Haga: “Tom was even van streek toen Wilco moest opgeven. Zijn eerste reactie was dat het klassement verspeeld zou zijn zonder zijn beste knecht. Laurens en de sportdirecteurs hebben vervolgens goed werk geleverd door te vertellen dat de race heus niet over was. Het zou er niet makkelijker op worden, maar we moesten omschakelen.”

Ten Dam: “Het was heel simpel: de koers gaat verder. Dat was toen, dat is nu en dat was heel vroeger precies hetzelfde. Al is het wel zo dat de koers met Wilco erbij waarschijnlijk een stuk anders er had uitgezien.”

Geschke: “Ik heb altijd gezegd dat wanneer we Wilco niet waren verloren, dan was het makkelijk geworden. In elk geval een stuk makkelijker. Laurens en ik waren redelijke klimmers, maar we waren er bij de laatste twintig niet meer bij. We verloren Wilco alleen zo vroeg dat we toen nog niet realiseerden dat Tom daadwerkelijk kon winnen. Na de tijdrit en zijn etappezege op Oropa werd dat duidelijk."

Tom Dumoulin op het moment dat hij de Giro wint | Photo Cor Vos © 2017

Het poepincident

Geschke: "Nadat Wilco wegviel, moesten Laurens en ik meer werk opknappen. Ergens was dat ook goed voor ons, want beiden beleefden we een goede derde week waarin we Tom konden bijstaan. Aan het begin van de derde week kwam die etappe naar Bormio waarin hij moest poepen. Ik hoorde het in mijn oortje en dacht dat het over was. Maar hij wist de roze trui te verdedigen."

"Dat zei veel over Toms mentale vermogen. Nadat hij had gepoept volgde een lange klim waar hij veel tijd had om na te denken en om op te geven. Hij verloor daar bijna de Giro, maar achteraf won hij ‘m daar. Na de race zei ik: ‘Hoe frustrerend moet het voor Nibali en Quintana zijn dat jij kunt poepen tijdens de race en toch de roze trui weet te behouden?’”

Haga: “Die etappe naar Bormio is een van de zwaarste etappes die ik ooit heb gereden. Ik kwam totaal uitgeput aan, had ook nog een hongerklop. Ik kon alleen maar denken aan mijn hotelkamer en eten. Nadat ik had gedoucht en gegeten, vroeg ik me pas af: wat is er allemaal gebeurd in de koers? Tom hield die dag de trui, maar verloor tijd op Nibali en Quintana."

"Pas later begon iemand te praten over Tom die moest poepen tijdens de race. Toen dacht ik: wanneer is dat in hemelsnaam gebeurd? Dat was gek om te horen zo laat na de race, haha. Tom was even aangeslagen nadat dat allemaal was gebeurd, maar vooral Laurens en Simon draaiden het om. Die zeiden: ‘Ze vlogen vooraan, maar jij kon poepen en vervolgens de roze trui alsnog behouden.’”

Ten Dam: “Ik zat nog bij hem in de groep toen hij moest poepen en ik had het eigenlijk al opgegeven, maar toen ik over de streep kwam stond hij daar nog vrolijk in zijn roze trui te zwaaien. Dat was misschien wel zijn beste prestatie, al zou ik zijn etappezege op Oropa ook niet uitvlakken, haha.”

Klankbord

Visbeek: “In mijn openingsspeech voor de Giro had ik al gezegd dat we tegenslag op ons pad zouden vinden. Ik ben ermee bezig geweest de jongens daar mentaal op voor te bereiden. Een grote ronde loopt nooit zoals je wil. Het is ook een van de gesprekken die ik met Tom heb gevoerd in de winter. Ik vertelde hem dat het onmogelijk is om alles honderd procent in handen te hebben als je een klassement wil rijden."

"Laurens zou ons klankbord zijn en hij zou terugkoppelen naar de ploegleiding. Als Tom ergens niet blij mee is, kunnen mensen daarvan onder de indruk raken. Dat wilden we voorkomen en daarover hebben we duidelijke afspraken gemaakt."

"Tom is een denker en wil alles onder controle hebben, maar dat is onmogelijk. Die Giro heb ik ook de barbecue geïntroduceerd op de eerste rustdag. Zodoende konden Tom en de andere renners even uit hun focus worden gehaald. Gewoon even een uurtje over honden lullen om uit die tunnelvisie te stappen. Dat bleek een goede vondst.”

Haga: “De tegenslagen waren nog niet achter de rug, want de negentiende rit was angstaanjagend. Tom zat in het begin te slapen achter in het peloton. Ik zat wel vooraan en zag Movistar net na de top van een klim vol doortrekken. Ik wilde eerst meegaan en hoopte dat het niet zou breken, maar niet veel later keek ik achterom en zag ik in de halve kilometer achter me helemaal niemand. Ik had geen geweldige benen, maar besefte meteen dat we als ploeg vol aan de bak moesten.”

In shock

Geschke: “Het werd een soort ploegentijdrit, al waren er gelukkig meer ploegen die de slag hadden gemist. We verloren veel energie tijdens het dichten van het gat, maar gelukkig had ik een goede dag. Ik weet nog goed dat we volle bak reden in de afdalingen en ik niet op mijn gemak zat. Iedereen panikeerde, maar Tom liet dat niet zien."

"Op een bepaald moment voelde ik het alleen wél. Ik wist dat hij de benen had, maar op de slotklim moest ik op hem wachten. Hij was mentaal nog niet klaar, want hij was nog in shock van wat er allemaal was gebeurd. Ik dacht: dit is het, vandaag gaat hij tien minuten verliezen. Gelukkig wist hij erdoorheen te komen en zijn Giro te redden.”

Haga: “Na drie weken koersen was hij fysiek natuurlijk ook moe, maar in die negentiende rit zat zeer zeker ook een mentaal aspect. Die achtervolging ontmoedigde hem een beetje en had hem veel energie gekost.”

Ten Dam: “We zaten achterin onder meer te praten met Kruijswijk en Mollema. Dat was gewoon een tactische fout, maar we probeerden bondgenoten te maken. Quintana en Nibali hadden immers een combine, maar wij als Nederlanders op dat moment nog niet. Dat hadden we op dat moment alleen beter niet kunnen doen…”

Geschke: “Ik weet niet wat het was, maar veel jongens zagen hem liever met de roze trui dan Quintana of Nibali. Dat hoort ook bij wielrennen. Koersen worden niet altijd op die manier beslist, maar soms kan het helpen om vrienden te hebben. Dat zag je in de twintigste etappe.”

Haga: “Er waren overduidelijk veel renners op de hand van Tom. Ik kreeg veel reacties van renners die vertelden dat ze Tom liever zagen winnen. Van de Nederlanders, maar ook van bijvoorbeeld Australiërs.”

Visbeek: “Ik kan uren praten over de belangen die toen speelden. Bahrain en Movistar waren daarmee bezig, maar ik heb mijn werk ook gedaan. Ik was me er ook van bewust dat Quick Step in 2014 de Giro met Rigoberto Urán had verloren aan Quintana na die controversiële sneeuwrit over de Stelvio die al dan niet geneutraliseerd zou worden. Ik heb Davide Bramati ook bewerkt."

"Ik zei tegen hem: ‘Wil je dat Quintana de Giro weer gaat winnen?’ De kans was groot dat Tom in de twintigste etappe samen zou komen met Bob Jungels en dat bleek. En ook Yates en Mollema gunden het ons. Als zij waren gaan speculeren op een ritoverwinning was de voorsprong voor de slottijdrit wellicht te groot geworden. Een alliantie is een groot woord, maar wij hebben óók alles uit de kast gehaald.”

Dumoulin op de schouders bij zijn ploeggenoten | Photo Cor Vos © 2017

Grand Canyon

Na de twintigste etappe staat Dumoulin op een vierde plek. Voor hem staan Nairo Quintana (53 seconden), Vincenzo Nibali (14 seconden) en Thibaut Pinot (10 seconden). De tijdrit van Monza naar Milaan is met 29,3 kilometer echter lang genoeg om grote verschillen te maken. Ondanks de spanning weet Dumoulin zijn drie overgebleven concurrenten met overtuiging te verslaan. Het feest is compleet als landgenoot en goede vriend Jos van Emden de tijdrit wint.

Visbeek: “We hielden in het slotweekend met alle scenario’s rekening. Voor de voorlaatste dag was ons ter ore gekomen dat we alles konden verwachten op een van de beklimmingen. Het zag er zwart van de fans uit Sicilië en we werden gewaarschuwd dat de veiligheid wellicht niet gewaarborgd kon worden. Er kon zomaar iets gebeuren. Ik ga niet zeggen van wie we dat hoorden, maar niet vanuit de organisatie."

"We zetten extra mannen op de klim die Tom konden opvangen. We hebben hem gezegd: ‘Dit is niet de klim waarop je aan de zijkant moet rijden.’ Als je weet dat Nibali de honderdste Giro kan winnen… Ga je dan erop vertrouwen dat alles op een eerlijke manier gaat? Wij niet."

"We stuurden ook twee mannen van Shimano mee die Tom begeleidden van de bus naar het podium voor de slottijdrit. We waren bang dat we nog gesaboteerd zouden worden, want het was hard tegen hard geweest die week. Bahrain en Movistar hadden alle trucs uit de kast gehaald om Tom te doen kraken.”

Ten Dam: “Ik heb de nacht voor de tijdrit niet geslapen, want ik liet de hele Giro nog eens de revue passeren. Wat hadden we beter kunnen doen? Tom had de eindzege allang in de tas kunnen hebben. Hijzelf had wel heerlijk geslapen en zag er ontspannen uit bij het ontbijt. Ik was meteen gerustgesteld.”

Visbeek: “De spanning in de bus kan ik me nog goed herinneren. Iedereen van de ploeg was allang klaar en Tom zat daar een beetje te wachten. Wat heb je elkaar op zo’n moment te vertellen? Eerder die dag deden we de verkenning en moesten we vanuit Milaan terug naar Monza. Dat was zeker een uur. Ik weet dat je over een paar onderwerpen goed kunt praten met Tom."

"Ik ben gaan praten over roadtrips door de Verenigde Staten. We hadden het bijvoorbeeld over de Grand Canyon. Dat uur in de auto was daardoor zo voorbij. Dat was beter dan dat hij stilletjes voor zich uit had zitten kijken en de hele tijd bezig was geweest met de tijdrit.”

Haga: “We hadden afgesproken dat ik de tijdrit vol zou gaan zodat ik nog punten zou kunnen meegeven aan Tom. Na de finish was het douchen in een publieke douche en vervolgens kijken wat er zou gebeuren.”

Visbeek: “Bij de start stonden we naast de bus van Bahrain. Ik zag de fiets van Nibali staan en hij had een voorblad van 54. Wij hadden een voorblad van 58, terwijl de tijdrit supersnel zou zijn. Ik wist: als ik een morele tik wil uitdelen, moet ik daar iets over zeggen."

"In een interview met Eurosport liet ik dat vallen en de journalist reageerde erop. Precies wat ik wilde hebben. Dat kwam ook in beeld en toen brak de pleuris uit in het Bahrain-kamp. Er was paniek, dat was een eerste morele tik.”

Haga: “Wij waren natuurlijk al bij de finish en op de een of andere manier deed onze televisie het niet. We zijn allemaal bij de bus van Astana gaan kijken. Allemaal met een biertje in ons handen. Ik was best nerveus, ja. We wisten dat het mogelijk was, maar je moet het toch nog eerst doen.”

Visbeek: “In de jaren ervoor was de avond na een grote ronde bij ons nooit goed geregeld en dat begint op een gegeven moment te spelen. We hadden dus al een hotel geboekt voor een diner. Hoe dichter we bij de overwinning kwamen, hoe meer mensen wilden blijven en langskomen. Uiteindelijk hebben we na de zege van Tom samen gegeten. Ik heb een woordje gedaan, Tom ook. Daarna zijn de jongens de stad ingegaan, maar ik was zelf vooral blij dat ik mijn vrouw even kon zien.”

Ten Dam: “We werden aan een mooie VIP-tafel gezet in een open lucht discotheek. Mensen wisten wel wie Tom was, maar hij ging vrij snel naar huis. Terwijl ik de disco onveilig maakte met onder anderen Simon en Georg. Ik denk dat ik een kwartiertje heb geslapen en vervolgens moest ik ’s morgens weer op pad om mijn vlucht te halen. En dan val je ineens weer in de routine van het dagelijkse leven. De euforie was groot, maar toen ik zelf negende werd in de Tour de France bleef dat langer hangen.”

Geschke: “Het was een van de beste feestjes ooit na een grote ronde. Ik weet nog dat onze Noorse ploegmaat Sindre Lunke vroeg aangeschoten was, haha. Bij mij viel er veel druk van mijn schouders, maar bij hem helemaal. Toen ik wegging bij de club was het licht buiten, maar Sindre zag ik in de hoek van de discotheek nog steeds drinken. De hele ervaring van die Giro heeft ons dicht bij elkaar gebracht. Af en toe stuur ik nog een bericht naar mijn ploegmaats van toen, want het is en blijft een herinnering voor het leven.”

Achtergrond
  • Photo: Miwa iijima/Cor Vos © 2017