De start in de Franse cross was meteen voor Van der Poel. De Nederlander zat direct op kop, maar besloot vervolgens een aantal rondes rustig aan te doen. Pas in de vierde ronde liet hij zich weer van voren zien. Op de zwaarste helling van het parkoers viel Van der Poel aan, en dat deed hij vol overgave.

Binnen korte tijd reed hij een voorsprong bijeen van liefst tien seconden en niemand haalde het in zijn hoofd om ook maar te proberen volgen. Van der Poel haalde liefst twintig seconden van de snelste rondetijd af. In de ronde die volgden, breidde Van der Poel zijn voorsprong gestaag uit. Na zes rondes had hij al een voorgift van een halve minuut. Zijn zege kwam nooit meer in gevaar, en Van der Poel kon in de slotfase zelfs rustig aan doen.

Zonder Wout van Aert was de strijd om de eerste plek niet spannend, maar het gevecht om de resterende podiumplekken was spannender. In de slotronde viel Iserbyt aan, maar de Belg kreeg af te rekenen met pech. Het waren Laurens Sweeck en Joris Nieuwenhuis die het podium vervolledigden.