Een heuvelachtig openingsweekend in Italië, een paar historische massasprints, de Col du Galibier en de tijdrit... De openingsweek van de Tour was spectaculair tot dusver. Toch plaatst geletruidrager Tadej Pogacar een kritische noot bij het parkoers van de Franse ronde.
'Een beetje vreemd'
Pogacar werd tweede in de tijdrit en verdedigde er zijn gele leiderstrui. De Sloveen heeft tot dusver een voorsprong opgebouwd van 0'33" op Remco Evenepoel, 1'15" op Jonas Vingegaard en 1'36" op Primoz Roglic. Toch vindt de veelvraat het veel te vroeg om conclusies te trekken met het oog op de eindzege.
"Alles ligt nog open", zei Pogacar na afloop van de tijdrit tegenover verschillende media. "De zware ritten zitten pas op het einde, wanneer iedereen vermoeid zal zijn en de verschillen groter zullen zijn."
"De Tour van dit jaar is eerlijk gezegd een beetje vreemd.", ging de kopman van UAE Team Emirates verder bij de persconferentie. "De eerste vier etappes waren interessant, maar daarna was er niets om naar uit te kijken."
Stressvolle dagen
"Als er nu geen tijdrit was geweest, dan was het gewoon een hele saai en vreemde Tour", liet de 25-jarige geletruidrager zich verder uit over het parkoers. "Er waren heel veel vlakke etappes waarin niemand de ambitie had om in de vlucht te gaan."
Pogacar doelt met zijn betoog over het parkoers van de Ronde van Frankrijk vooral op het lange interbellum tussen de bergetappes. Tussen de Galibier-etappe op dag vier en de eerste Pyreneeënrit op dag veertien zitten acht 'andere' etappes.
"Op zaterdag is opnieuw een stressvolle dag, en zondag ook", kijkt Pogi met tegenzin vooruit. "Daarna is de rustdag, gevolgd door wéér een stressvolle dag. Daarna nóg een stressvolle dag, om dan eindelijk richting de bergritten te kruipen. Ik kan niet wachten om eindelijk weer te klimmen", besluit de Tourwinnaar van 2020 en 2021.
- Cor Vos