Thibau Nys reageert op vergelijking met Pogacar: 'Alleen aan de aankomst zou ik kunnen meedoen tegen hem'

In de Ronde van Polen zette Thibau Nys zich definitief op de kaart als een van de beste punchers ter wereld. 

Nys juicht

Er stond de voorbije week geen maat op Thibau Nys in de Ronde van Polen. De 21-jarige Belg van Lidl-Trek won de drie zwaarste etappes door drie keer vernietigend uit te halen in de slotkilometer.

Tadej Pogacar

Vooral zijn explosiviteit bergop werd door de hele wielerwereld opgemerkt. Niet in de minste plaats door vader Sven Nys. De oud-crosser was diep onder de indruk en stelde dat zijn zoon op aankomsten voor punchers stilaan in de buurt komt van Tadej Pogacar.

Nys junior reageerde deze week op de vergelijking met 's werelds beste wielrenner. "Puur en alleen aan de aankomst zou ik misschien kunnen meedoen tegen hem", zei hij in gesprek met Het Nieuwsblad.

"Maar Tadej schrijft het scenario van wedstrijden zoals hij dat zelf wil. Goed mogelijk dat hij lang voor de aankomst zo hard gekoerst heeft dat ik nergens meer te bespeuren ben."

"Voor alle duidelijkheid: in het hooggebergte is geen vergelijk mogelijk", benadrukt Nys over het verschil in veelzijdigheid ten opzichte van Pogacar. "Ik ben geen klimmer."

Puncher

Daar waar de wielerwereld tegenwoordig vol zit met multitalenten, lijkt Nys dus een pure specialist. Niet in de bergen en zeker niet in tijdritten, maar wel op aankomsten bergop. De manier waarop hij dat dit jaar laat zien is indrukwekkend.

Niet alleen in de voorbije Ronde van Polen, maar ook in de rondes van Romandië, Zwitserland, Hongarije en Noorwegen sloeg hij toe. Nys won in totaal al acht etappes dit jaar. Allemaal met op een aankomst waar de weg omhoog liep.

Wat opvalt is dat Nys niet een type Mathieu van der Poel of Peter Sagan is. In tegenstelling tot hen laat hij zijn explosiviteit niet alleen op korte steile hellingen zien, maar ook op de iets langere klimmen.

De vijver van aankomsten waaruit Nys kan vissen is dus groot. "Vrij kort en heel steil, of net drie tot vier kilometer klimmen, maar dan niet al te steil", zegt hij er zelf over. "Afhankelijk ook van hoe er vooraf is gekoerst. Het soort aankomsten waarop de snelle mannen moeten lossen, waardoor ik de snelste van de klimmers ben. Die hebben in verhouding altijd minder aanzet dan ik."