Quinn Simmons was voor sommige mensen afgelopen zondag misschien een verrassende naam in de top tien van het WK - hij werd uiteindelijk negene. De Amerikaan kende door de naweeën van een zware hersenschudding namelijk een matig seizoen en stond zelfs vier maanden aan de kant. Maar in Zürich kon hij met de besten mee.
Simmons vergelijkt Pogacar met de zon
De Amerikaan, geboren in hetzelfde stadje in Colorado als Sepp Kuss, dacht zelfs even dat hij met de beste meekon: Tadej Pogacar. Toen die aanviel zat Simmons korte tijd in z'n wiel. Dat leverde een bijna poëtische beschouwing op van de Amerikaan na afloop.
"M'n ploeggenoot bij Lidl-Trek Mattias Skjelmose zei eens, toen hij Pogacar probeerde te volgen: 'Als je te dichtbij de zon komt, verbrand je'. Nou, ik verbrandde."
Na dat verbranden was het één lange helletocht voor Simmons. Maar hij kon zichzelf pijn doen. "Ik heb geen idee hoe ik daarna in de top tien ben beland. Eigenlijk zat ik vanaf het moment dat ik Pogacar probeerde te volgen tot de finish op de limiet. Ik verloor de tel hoe vaak ik ben gelost, maar ik bleef vechten en kwam op de een of andere manier steeds terug."
Simmons dacht eerst dat het parkoers te zwaar was
Dat Simmons kon meestrijden in Zürich had hij op voorhand niet gedacht. De Amerikaan werd geselcteerd, maar dacht niet dat hij in het bergachtige Zwitserland een parkoers zou vinden dat hem zou passen.
"Drie weken geleden, toen ik geselecteerd werd, dacht ik echt dat het een zware bergrit zou worden. Dus ik dacht: hmm, misschien is dit niks voor mij. Maar toen ik het eens beter bekeek, en vooral na de U23-koers dacht ik: misschien kan ik hier toch voor een resultaat gaan."
- Cor Vos