Jasper Stuyven zag Alpecin-Belgen voor Van der Poel rijden op WK Gravel: 'Iedereen weet dat ze ambetant kunnen koersen'

Wat had hij het graag anders gezien in z'n eigen stad. Maar net als bij het WK op de weg van 2021 moest Jasper Stuyven het op het WK Gravel in thuisstad Leuven doen met een vierde plek. In een groepje vol Belgen achter een ongenaakbare Mathieu van der Poel en nummer twee Florian Vermeersch sprintte hij net naast het podium.

Stuyven baalde van landgenoten

Op dat podium stond wel Quinten Hermans. In het groepje met Stuyven zaten ook nog Gianni Vermeersch, Xandro Meurisse en Timo Kielich. Allemaal Belgen, dus je zou denken dat er een georganiseerde jacht op Van der Poel mogelijk was geweest op de grind- en boswegen rond Leuven.

Maar, hele grote maar.... Die drie Belgen zijn ook in dienst van Alpecin-Deceuninck. En dat woog wel door, zei Stuyven na de koers in een reactie voor de camera van Sporza. Hij spaarde zijn landgenoten niet.

"Iedereen weet dat ze ambetant kunnen koersen. Die jongens pakken niet over, maar wel als het hen uitkomt. Het was heel duidelijk dat alle jongens van Alpecin hier waren om Mathieu te helpen. Al had ik verwacht dat er in landenploegen ging gekoerst worden", baalde de Leuvenaar.

Reacties Vermeersch en Hermans

Uiteraard vroeg Sporza ook even hoe de twee grootste 'stoorzenders', Gianni Vermeersch en Quinten Hermans er tegenaan keken.

Die eerste was duidelijk over de ploegbelangen, maar zich tegelijkertijd van geen kwaad bewust. "Het is altijd beter als iemand van Alpecin wint. Het was niet aan ons om het gat toe te rijden. Maar we waren niet echt een remmende factor. We hebben altijd geprobeerd om een beetje rond te draaien. Uiteindelijk proberen we allemaal voor de titel te gaan. Ik denk niet dat het echt een probleem was."

Hermans was ook duidelijk. "Het was ons plan om als ploeg samen te rijden, wat we naar mijn mening vrij goed gedaan hebben. Mathieu viel al eens aan op 120 kilometer van de finish en daar wisten we al dat het een zware koers zou worden. Daarna werd de schifting definitief doorgevoerd en uiteindelijk bleven we met zeven of acht mannen over voor de laatste ronde."