De dominantie van Pogacar in UCI-punten: alleen al in grote rondes meer punten dan Vingegaard, Evenepoel en Roglic bij elkaar!

Hoeveel beter Tadej Pogacar dit seizoen was dan de rest? Dat komt mooi naar voren in de analyse van de UCI-punten die een enthousiaste Twitteraar maakte.

tadej pogacar

Je hoeft geen wielerkenner zijn om te kunnen concluderen dat Tadej Pogacar de beste wielrenner van het afgelopen seizoen was. Verreweg de beste zelfs. Hij reed weg wanneer hij wilde en deed dat soms ook nog eens ogenschijnlijk fluitend.

Geen maat op Pogacar

Slecht in de Tour de France, in de etappe naar Le Lioran, zagen we even een teken van zwakte omdat hij te weinig had gegegeten. In die rit kwam Vingegaard terug bij Pogacar nadat die weer aan één van zijn solo's was begonnen. In het sprintje versloeg de Deen de geletruidrager.

Hoopvol dachten sommige kenners dat het toch nog een spannende Tour zou worden. Dat was na het machtsvertoon van Pogacar op Plateau de Beille wel anders. De Tour was beslist. De Giro was geen moment spannend en ook in andere etappe- en eendagswedstrijden stond er geen maat op hem.

Analyse UCI-punten

Dat komt ook tot uiting in een analyse van alle UCI-punten van renners die er in 2024 meer dan 2000 vergaarden door de enthousiaste Twitteraar die onder de schuilnaam Thymjan Arensman een analyse maakt - voor de duidelijkheid: dat acoount heeft niks met Thymen Arensman te maken, het is slechts een verwijzing.

Met twee eindoverwinningen in een grote ronde, twaalf etappezeges en 38 dagen in de leiderstrui wist Pogacar 6715 punten binnen te harken. Thymjan spiegelt ons door dat dat meer is dan Vingegaard, Evenepoel en Roglic samen wisten te verzamelen in de grote rondes - zij kwamen gedrieën namelijk tot 6635 punten. Hieronder zie je de tweet met de tabelletjes.

De tweets met tabelletjes

Nog meer puntenpolonaise voor Pogacar

In totaal wist Pogacar 11655 punten te bemachtigen, omdat hij naast die grote rondes ook nog weleens een wedstrijdje won... En wat blijkt inderdaad: ook als je een lijstje maakt waarin je alleen de UCI-punten van de vijf monumenten plus de Olympische Spelen en het WK meeneemt, prijkt Pogacar bovenaan.

Hij wordt daar wel op de hielen gezeten door Mathieu van der Poel en Remco Evenepoel. Pogacar kwam in de wedstrijden tot 3020 punten, Van der Poel en Evenepoel respectievelijk tot 2960 en 2860.

In de ranglijst waarin alle wedstrijden waarin UCI-punten te verdienen waren, staat Pogacar uiteraard ook een straatlengte voor op de concurrentie. Hij scoorde bijna twee keer zoveel punten als nummer twee Remco Evenepoel: 11655 versus 6072.

De nummers drie, vier en vijf in de rangschikking zijn respectievelijk Jasper Philipsen, Ben O'Connor en Mathieu van der Poel, met 4790, 4131 en 4053 punten.