Wie was koning der klassiekers in 2024? Dit waren volgens ons de 10 beste renners in eendagskoersen dit jaar

Wie was de beste renner in de klassiekers in 2024? We blikken terug op het afgelopen seizoen met onze top 10 renners in eendagskoersen.  

Achtergrond Leon Janssen

10) Michael Matthews

Michael Matthews reed een paar uitstekende klassiekers dit jaar. Nadat hij de Ruta de la Cerámica (1.1) won was hij op de afspraak in Milaan-Sanremo. De kopman van Jayco-AlUla mistte op een haar na de overwinning en werd tweede. In de Ronde van Vlaanderen sprintte de Australiër in de groep achter Van der Poel naar de derde plek, maar werd hij teruggezet naar de elfde plek wegens een onreglementaire sprint.

Vervolgens werd Matthews achtste in de Brabantse Pijl en tiende in de Amstel Gold Race. Op de Olympische Spelen was hij opnieuw goed in vorm, maar kwam hij niet verder dan de vijftiende stek. Via een zevende plek in de Bretagne Classic haalde de renner uit Canberra uiteindelijk zijn gram in Canada. Michael 'Bling' Matthews schreef voor de derde keer in zijn carrière de GP Cycliste de Québec op zijn naam.

9) Toms Skujins

In de Omloop Het Nieuwsblad zette Toms Skujins zich definitief op de kaart als topper voor de klassiekers. De inmiddels 33-jarige Let bleek plots de sterkste man in koers en zorgde op de Berendries voor angst bij de concurrentie. Net omdat hij zo sterk was won hij de Vlaamse openingskoers niet, maar het was wel het startschot voor een geweldig seizoen.

Skujins belefde een jaar vol goede prestaties in eendagskoersen. Zo werd hij een week na de Omloop glansrijk tweede achter Tadej Pogacar in Strade Bianche. Verder toonde de renner van Lidl-Trek zijn veelzijdigheid met top twaalf-noteringen in de E3, De Ronde en op de Muur van Huy. Dit zette hij voort in het najaar. Skujins werd zesde in Montréal, vierde op het WK in Zürich en won de Japan Cup.

8) Tom Pidcock

Zoals we dat inmiddels van hem gewend zijn, was Tom Pidcock ook in 2024 weer opperbest in de klassiekers. Zijn hoogtepunt op de weg was de overwinning in een spannende editie van de Amstel Gold Race. Dat na een voorjaar waarin hij achtste werd in de Omloop, vierde in Strade Bianche, elfde in Milaan-Sanremo en zeventiende in Roubaix. Na zijn overwinning in Nederlands Limburg werd de klassiekerkopman van INEOS Grenadiers tiende in Luik.

Zijn zomer stond in het teken van de Olympische Spelen, waar hij op briljante wijze goud won op de mountainbike. Pidcock deed ook mee aan de wegwedstrijd, maar kwam daar niet verder dan plek dertien. In het late najaar was de 25-jarige renner uit Leeds uitstekend in vorm, getuige zijn tweede plaats in de Giro dell'Emilia. Hij werd echter op het laatste moment van de startlijst van de Ronde van Lombardije gehaald door zijn ploeg.

Pidcock mocht het zegegebaar maken in een boeiende Amstel Gold Race

7) Maxim Van Gils

Dé revelatie van het voorjaar was Maxim Van Gils. De 24-jarige renner van Lotto-Dstny was beresterk op diverse terreinen en reeg de ereplaatsen aneen. Zo was hij bijzonder succesvol in Italië met een derde plek in Strade Bianche en een zevende plaats in Milaan-Sanremo. Deze lijn zette Van Gils voort in de klassiekers in de Ardennen: hij werd derde op de Muur van Huy en vierde in Luik.

De Belg zette de kroon op zijn voorjaar met winst in de Duitse eendagskoers Eschborn-Frankfurt. Ook in Zwitserland - in juni - wist hij te winnen. Daar schreef hij de GP des Kantons Aargau op zijn naam. In het najaar was Van Gils vorm ook goed, maar minder dan in het voorseizoen. Zijn beste resultaat in de laatste wielermaanden was een vierde stek in de GP Cycliste de Montréal.

6) Mads Pedersen

Van der Poel kloppen in een één-tegen-één duel, dat kunnen er niet veel zeggen. Mads Pedersen wel. De Deen versloeg de toenmalige wereldkampioen in een sprint-a-deux in Gent-Wevelgem. Wat vooral bijzonder was, was dat de kopman van Lidl-Trek niet alleen in de sprint, maar ook op de Kemmelberg de betere was.

In De Ronde en Roubaix moest Pedersen dan weer zijn meerdere erkennen in Van der Poel, al eindigde hij wel op het podium in de Hel van het Noorden (3e). In de wegrit op de Spelen gold Pedersen als een van de kanshebbers, maar daar kwam hij niet verder dan plek twintig. Op het EK was hij dan weer een stuk sterker, maar het parkoers was voor hem (en Van der Poel) niet zwaar genoeg. In de massasprint werd Pedersen uiteindelijl zesde.

5) Marc Hirschi

Over het algemeen scoorde Marc Hirschi vooral in koersen van een niveautje lager, maar dat deed hij dan wel het hele seizoen lang. De Zwitser van UAE schreef in februari de Faun Drôme Classic op zijn naam. Vervolgens werd hij derde in Milaan-Turijn en sprintte via een sterke koers naar de tweede plaats in de Amstel Gold Race.

Hirschi sloeg vooral toe in het najaar, met ook winsten in WorldTour-koersen. Hij won achtereenvolgend Classica San Sebastian, Bretagne Classic, GP Industria & Artigianato, Coppa Sabatini en Memorial Marco Pantani. Een indrukwekkend lijstje, dat hij een vervolg gaf met een zesde plek op het WK en afsloot met een overwinning in de Coppa Agostoni.

4) Jasper Philipsen

Een overwinning in het een monument en een tweede plaats in een ander monument. Daarmee behoor je als Jasper Philipsen zijnde uiteraard tot een van de beteren in de klassiekers in 2024. De Belgische sprinter - die veel meer is dan alleen een sprinter - won Milaan-Sanremo en werd tweede in Parijs-Roubaix. In beide gevallen met dank aan Mathieu van der Poel.

Verder won Philipsen nog twee eendagskoersen: Classic Brugge-De Panne en Sparkassen Münsterland Giro. Een prachtige opsomming voor de renner van Alpecin-Deceuninck, die ook nog eens tal van ereplaatsen bijeen reed. Zo werd Philipsen derde in Nokere Koerse, vierde in Gent-Wevelgem, tweede in de Scheldeprijs en derde in Parijs-Tours.

Philipsen was het stralende middelpunt van een prachtig podium in Sanremo

3) Remco Evenepoel

Misschien is een derde plaats in deze ranglijst voor Remco Evenepoel iets te veel van het goede als je puur naar de resultaten kijkt. Hij won immers maar twee eendagskoersen, maar dan wel een van de belangrijkste van het jaar: de wegrit op de Olympische Spelen. En dan behoor je automatisch tot de beste eendagscoureurs van het jaar. De andere eendaagse die hij won was de Figueira Classic in Portugal, in februari.

Door een zware val in de Ronde van het Baskenland reed Evenepoel verder geen klassiekers in het voorjaar. Na zijn twee gewonnen gouden plakken in Parijs wel: de memorabele WK-wegrit waar hij vijfde werd en de Ronde van Lombardije, waar hij tweede werd achter een onaantastbare Tadej Pogacar. Evenepoel won natuurlijk ook twee tijdrittitels dit jaar, maar die tellen we niet mee als eendagskoers of klassieker.

2) Tadej Pogacar

Tadej Pogacar reed mogelijk het beste wielerseizoen ooit gereden in 2024. De Sloveen won (bijna) overal waar hij wilde winnen. Dat begon met een ruim 80 kilometer lange solozege in de Strade Bianche. Vervolgens probeerde Milaan-Sanremo te winnen, maar bleek Van der Poel zijn plaaggeest. Pogacar sprintte uiteindelijk naar de derde plek op de Via Roma.

Omdat hij dit jaar de dubbel Giro-Tour betwiste, reed de Sloveen verder alleen Luik-Bastenaken-Luik in het voorjaar. Die won hij natuurlijk. Na zijn derde Tourzege was Pogacar in Canada weer terug in koers. Na een zevende plek in Québec won hij in Montréal. Dat luidde een ongekend seizoensafsluiting in, want Pogacar werd op heroïsche wijze wereldkampioen, won de Giro d'Emilia en zegevierde voor de vierde keer in de Ronde van Lombardije. Een ongekend klassiekerseizoen, maar toch zetten wij de Sloveen op plek twee...

1) Mathieu van der Poel

Toegegeven, dat we Mathieu van der Poel nummer één zetten is misschien niet helemaal terecht (en een tikkeltje chauvinistisch) ten opzichte van Pogacar. Maar toch, het regenboogseizoen van de Nederlander was fenomenaal - wat eendagskoersen betreft. Vooral in de klassiekers in het voorjaar leek hij te vliegen. Op de Poggio schakelde hij Pogacar uit en begeleidde hij teamgenoot Jasper Philipsen naar de monumentale zege.

Vervolgens ging de kopman van Alpecin-Deceuninck als een razende tekeer op de kasseien. Hij won zowel de E3 Classic als de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix na ellenlange solo's. Enkel Gent-Wevelgem won hij niet, daar moest hij zijn meerdere erkennen in Mads Pedersen. Na zijn legendarische dubbel Vlaanderen-Roubaix in de regenboogtrui trok Van der Poel zijn voorjaar nog even door. Na een twintigste plek in de Amstel werd hij bijzonder knap derde in Luik-Bastenaken-Luik.

Na een tegenvallende Tour richtte Van der Poel zijn pijlen op de Spelen in Parijs. De Nederlander was mogelijk de sterkste renner in de wegrit, maar zat gevangen in de Belgische tang en werd twaalfde. Omdat het parkoers niet onderscheidend genoeg was, werd ook het EK geen succes. Het WK dan weer wel. Van der Poel verbaasde vriend en vijand met brons na een ijzersterke koers. En dat op een parkoers dat verre van ideaal is voor een type als Van der Poel.

Bekijk het originele bericht