Eerder dit jaar spraken we Pauwels over het bondscoachschap bij de junioren en ook over grote talenten zoals Jarno Widar, waarmee hij de komende jaren normaal gesproken ook weer gaan samenwerken. Het spreekt voor Pauwels dat hij alle Belgische talenten voor de toekomst al kent.
Professionalisme
De talenten van deze tijd zijn totaal niet te vergelijken met de talenten uit de tijd dat Pauwels zelf junior was. "Al die junioren en zelfs nieuwelingen werken met een trainer en rijden met een wattagemeter. Ik heb ook sommige junioren hun eten al zien afwegen. Dat gaat echt al richting het profbestaan."
"Toen ik twintig jaar terug belofte was, had ik geen idee hoe profrenners trainden, of wat ze naast hun trainingen aten. Tegenwoordig is er door Strava en sociale media veel meer transparantie."
Pauwels noemt het lastig om daar een balans in te vinden als Belgian Cycling zijnde. "Je wil een professionele werkwijze faciliteren, maar tegelijkertijd moeten ze er niet in doorslaan. Het is niet onze taak om te zeggen dat ze hun vermogensmeter moeten afdoen, of te zeggen dat ze minder moeten trainen."
Lucas Van Gils
De bond moet mee evolueren, maar wél een bepaalde bewustwording creëren, zodat jonge renners óók op hun gevoel leren afgaan. "Als ik aan junioren vraag hoe ze geslapen hebben, kijken ze eerst op hun horloge om te zien hoe diep ze hebben geslapen. Pas daarna geven ze antwoord."
Pauwels ziet graag dat het soms ook eens anders is. "Ik hou ervan als een renner kan loskomen van alle hulpmiddelen. Er zitten nog jongens tussen die wat meer old skool zijn. Een Lucas Van Gils (volgend jaar opleidingsploeg Lotto-Dstny, red.) begon dit jaar nog zonder trainer, maar ook hij is inmiddels overgeschakeld."
"We proberen erop te letten door ze in de Vogezen eens op gevoel te laten klimmen. De vermogensmeter gaan dat in de achterzak en dan moeten ze op tachtig procent van hun omslagpunt omhoog rijden. Ze zitten vaak maar tien watt naast dat richtvermogen, ze kunnen het dus wél."
- Cor Vos