Arnaud De Lie wil aansluiting maken met wereldtop: 'Al is het niet van moeten, want moeten is een lelijk woord'

Arnaud De Lie zou in het voorjaar een van de uitdagers moeten kunnen worden van de gevestigde orde. Hij wil het dolgraag, maar het is geen kwestie van moeten.

De Lie

Met machtige sprints in onder meer de GP Quèbec (2023) en op het Belgisch kampioenschap (2024) maakte Arnaud De Lie de voorbije seizoenen meerdere malen indruk. De kopman van Lotto is op een goede dag in staat om de beste renners ter wereld uit te dagen. Eerder vertelde hij te dromen van het niveau van renners als Mathieu van der Poel, maar in het voorjaar viel het voorlopig nooit op z'n plek voor De Lie.

Milaan-Sanremo

Het is de volgende stap in zijn loopbaan, zo vertelt hij tijdens de persdag tegen onder meer Wieler Revue. De winter is alvast goed verlopen. "Ik heb maar één dag niet kunnen trainen omdat ik een beetje ziek was, maar verder is alles goed gegaan. Ik heb vijf weken in Spanje getraind. Dat was een goede keuze, want ik heb in december al twee trainingen van zes uur kunnen doen."

Na de persdag volgt een trainingskamp met de ploeg. Nadien huurt De Lie een huis om langer in Spanje te blijven. Eind januari begint hij er zijn seizoen. Na het vertrek van onder anderen Florian Vermeersch en Maxim Van Gils zal er nóg meer naar De Lie worden gekeken. "Hun vertrek geeft een beetje meer druk, maar dat is druk die we vooral onszelf opleggen. We zijn niet voor niets Lotto."

De Lie noemt Jenno Berckmoes en Alec Segaert als renners die de ontstane gaten kunnen vullen, maar hij beseft dondersgoed dat hij samen met Lennert Van Eetvelt de renner is die in de grootste koersen moet presteren. Zo vertelt De Lie zich met een specifieke trainingsstage te gaan voorbereiden op Milaan-Sanremo. "Veel kan ik er niet over kwijt maar het is de bedoeling dat ik met een optimale conditie aan de start verschijn."

Omloop Het Nieuwsblad

In maart wordt De Lie 23 jaar. Zijn kwaliteiten staan buiten kijf, maar in het klassieke voorjaar kwam het er nog niet uit. Vorig jaar viel hij in Le Samyn en kampte hij vervolgens met de Ziekte van Lyme. "Ik heb daardoor geleerd kalm te blijven. Je moet dingen accepteren zoals ze zijn, want je kunt het niet veranderen."

"Ik kijk onwijs uit naar de Vlaamse klassiekers", vervolgt De Lie. "Ik wil in de finales meespelen. Dat is mijn eerste doel. Als ik in Gent-Wevelgem meesprint om de zege maar ik word vierde, dan ben ik toch tevreden. Omloop Het Nieuwsblad is mijn grote doel om echt te winnen, omdat ik door de laatste jaren weet dat ik die koers kán winnen."

Of het meer van moeten is voor De Lie nu hij het status van talent langzaamaan is ontgroeid? "Nee, het is niet van moeten, maar het is vooral van willen. Moeten is geen mooi woord. Als je het zelf wil, dan is het ook echt van jou."

Tadej Pogacar

De Lie was in 2024 een van de weinige renners die een aanval van Tadej Pogacar kon beantwoorden. Op hangen en wurgen hield hij het wiel van de Sloveen tijdens de GP Quèbec. "Daar heb ik veel vertrouwen uitgehaald. Dat was speciaal, maar achteraf was het wellicht ook niet de juiste keuze. Het geeft vertrouwen, maar een Vlaamse klassieker is nog iets anders dan Quèbec."

Nogmaals noemt De Lie het een speciaal moment, misschien wel een kantelmoment. "Je zoekt als renner naar zo'n moment, maar je zoekt ook naar zeges. Het was een van mijn hoogtepunten van 2024 dat ik Pogacar kon volgen, maar je kunt niet altijd op emotie koersen. Soms moet je je hoofd gebruiken. Ik zal misschien iets meer gaan afwachten in het voorjaar, maar ja, als Van der Poel gaat, dan zal je mee moeten. Dan is het je vingers kruisen en hopen dat je kunt volgen."

Interviews
  • Cor Vos