Met trots kan Robbert de Groot terugkijken op afgelopen jaar, want hij zag met Tijmen Graat, Menno Huising, Jørgen Nordhagen en Matthew Brennan weer vier jongens doorstromen vanuit de opleidingsploeg. Zeker van Nordhagen worden grote dingen verwacht, want Grischa Niermann vergeleek de Noor eind vorig jaar in gesprek met Wieler Revue al met Jonas Vingegaard. We vroegen De Groot tijdens de persdag in La Nucía naar zijn bespiegelingen voor 2025.
Druk
Wat verwachten jullie al van die vier jongens op profniveau?
De Groot: "Best veel eigenlijk. Het is altijd een beetje afwachten, maar we hebben een gebalanceerd programma samengesteld voor onze jonge renners. Het is belangrijk dat deze renners in het seizoen op een niveau rijden dat ze kunnen meedoen om de prijzen, maar dat ze ook geconfronteerd worden met het feit dat er nog iets bij moet."
Dat is een verandering ten opzichte van voorgaande jaren, toch? Jullie gaan meer kleinere koersen rijden.
"Je moet oppassen dat je jongens die veel in hun mars hebben een paar jaar wegstopt op zo'n hoog niveau dat ze automatisch in een ondersteunende rol terechtkomen. Het is verstandig om daar een mix in te vinden. Dat ze ook in een rol komen dat ze voor de prijzen kunnen rijden."
Wordt er dan echt druk opgelegd?
"Mwah, dat gebeurt automatisch als je met jouw kwaliteiten in een bepaald deelnemersveld gaat meedoen. Dat is geen druk, maar gewoon strijden met alles wat je hebt. We gaan niet zeggen: 'Je moet vandaag winnen.'"
Jørgen Nordhagen
Een Jonas Vingegaard had waarschijnlijk moeite gehad om in het begin van zijn loopbaan voor eigen kans te gaan, toch?
"Dat klopt, maar ook wij hebben daarvan geleerd. Hoe gaan wij dat aanpakken qua coaching? Deze jongens komen uit ons opleidingstraject en hebben al te maken gehad met dit soort dingen. Met Jørgen Nordhagen zijn we vorig jaar naar koersen gegaan waar we zeiden: 'Het is simpel: we gaan hier met jou proberen te winnen.'"
Is Nordhagen het grootste talent dat jullie tot nu toe hebben gehad in de opleidingsploeg?
"Het is niet raar om te zeggen dat deze jongen heel veel in zijn mars heeft, en dat we veel van hem verwachten. Maar het moet nog wel gebeuren. Het is niet alleen Jørgen, hoor. Een Matthew Brennan heeft vorig jaar echt al heel goed gepresteerd. En daarboven heb je nog jongens als Cian Uijtdebroeks, Ben Tulett en Thomas Gloag."
Nordhagen lag tijdens het trainingskamp met Vingegaard op de kamer. Is dat met opzet?
"Ja, zeker. Daar kijken we natuurlijk naar. Het komt normaal gesproken niet meer voor komend seizoen, waardoor zo'n trainingskamp de uitgelezen mogelijkheid is om zoiets te doen. Dan zeggen we: 'Ga maar eens praten met Jonas, ga maar vragen stellen.'"
Nederlanders
Menno Huising is samen met Tijmen Graat een van de twee Nederlanders die prof wordt bij jullie. Wat mogen we al van hem verwachten?
"Menno is echt een heel goede renner, die van enorme waarde kan zijn voor Team Visma | Lease a Bike. In welke richting dat gaat zijn en hoe goed hij uiteindelijk wordt, weten we nog niet. Hij heeft veel waarde op allerlei gebieden. Tactisch is hij heel sterk, hij kan heel goed positioneren, hij leest de koers goed. Hij is bovendien heel enthousiast, en heel energiek. Hij neemt andere jongens mee in zijn drive. Een belangrijke eigenschap, want hij is iemand die de kar kan trekken."
Waar zit voor hem de ontwikkeling nog in?
"Menno reed vorig jaar in de Ronde van Noorwegen en toen zei hij na afloop op z'n Westlands: 'Dat ging wel een beetje hard hier.' Hij realiseert zich dat er nog iets bij moet, maar er kan ook zeker nog iets bij. Hij kan nog een stuk professioneler qua voeding en training. Dan is het moeilijk om te zeggen hoe goed hij wordt, maar als hij meer op dit niveau gaat koersen dan wordt hij ontegenzeggelijk sterker."
En Tijmen?
"Een heel ander type. Hij heeft wat ons betreft zijn grote doorbraak in Tour de l'Avenir beleefd. Met name op mentaal vlak. Daar hebben we veel aandacht aan geschonken, zodat hij zekerder van zijn zaak zou worden en zich meer zou durven tonen. Het was een uitgelezen kans om daaraan te werken. Het hooggebergte is echt zijn terrein. Hij heeft de potentie om een heel sterke renner te worden. Ik ben wars van het stempel kopman of knecht, want zo werken wij niet, maar hij is op weg om op allerlei gebieden weer stappen te zetten."
Toekomst Nederlandse wielrennen
Vorig jaar gaf je een interview aan Wielerflits waarin je vertelde weinig Nederlandse jeugdrenners te zien met de potentie door te groeien naar de WorldTour. Hoe kijk je daar nu naar?
"Ik ben bang dat dat nog steeds zo is. Wij scouten internationaal. De tijd dat wij moesten leven van Nederlanders is niet meer. We kijken heus naar de Nederlandse markt. We willen graag met ze werken, maar we vragen een bepaald niveau of dat ze een bepaald niveau kunnen halen. Dat ziet er gewoon niet zo goed uit. Er zijn er niet zoveel à la Menno of Tijmen. Of vergelijk ze eens met Brennan, Nordhagen, Pietro Mattio of Tim Rex: die Nederlandse jongens gaan hun niveau niet zomaar halen. We zijn een bepaald traject gestart met CyclingClassNL, maar dat heeft tijd nodig voordat je daar structureel effect van ziet."
Wij kijken er ook misschien anders naar. We zien Senna Remijn derde worden op het WK voor junioren, en Jurgen Zomermaand achtste. Dan denken we: kijk, dat zijn grote talenten.
"We hebben ze allemaal bekeken en met Senna Remijn hebben we gesprekken gevoerd, maar hij heeft een ander idee over zijn loopbaan dan wij hebben. Dat mag natuurlijk. Hij heeft de keuze gemaakt voor een andere ploeg. Het is ook niet dat alle Nederlanders automatisch bij ons gaan rijden."
Nog één vraag: wie van de opleidingsploeg zou weleens kunnen verrassen in 2025?
"Dat is altijd een beetje gevaarlijk, maar we hebben met Patryk Goszczurny, Matisse Van Kerckhoven en Elliot Rowe drie jonge jongens die op dit moment dingen laten zien waarvan we denken: dat is héél interessant. We hebben verder een stabiele ploeg met een goed niveau, maar we moeten ook eerlijk zijn: het niveau van Nordhagen en Brennan ligt niet ieder jaar voor het oprapen."
- Cor Vos