Van ploegenspel is bij het veldrijden nauwelijks spraken. Maar toch, bij een WK zijn er landenploegen en dus was Brabander Ryan Kamp gisteren ploeggenoot van Mathieu van der Poel - in het dagelijks leven rijdt Kamp ook in de structuur van de gebroeders Roodhooft, maar niet bij Alpecin-Deceuninck (op de weg zal hij wel voor Alpecin-Deceuninck Development gaan rijden).
Kamp was 'beetje aan het irriteren'
Kamp reed in Liévin voor eigen glorie rond, maar besefte toch ook wel dat hij misschien Mathieu van der Poel nog een dienst kon bewijzen. Kamp startte namelijk op de vierde startrij, net als... Wout van Aert.
En die kwam hij dus ook wel tegen in de beginfase van de cross. "Wout stond achter mij. Het kwam zo uit dat ik achter Wout terecht kwam. Vervolgens was er iets in de eerste bocht, waardoor ze allemaal bijna vielen. Daardoor had ik een gat op de rest. In de eerste ronde heb ik wel met Wout kunnen duelleren. In de weg rijden is veel gezegd, maar toch hem een beetje kunnen irriteren. Je weet dat hij de favoriet is met Mathieu. Als je hem dan kan voorblijven, is dat altijd mooi meegenomen", zei Kamp tegen In De Leiderstrui na afloop.
Net geen top tien
Daarna ging Kamp wel zijn eigen koers rijden en dat leverde hem dus de elfde stek op. Daar was hij naar omstandigheden tevreden mee. Vorig jaar deed hij bijvoorbeeld veel slechter.
"Top tien had mooi geweest, vooral voor op mijn lijstje voor later. Ik kom van de vierde rij, dus dan is elfde wel prima. Vergeleken met vorig jaar, waar ik bijna buiten de top twintig viel zelfs, is dit nu wel lekker ja. Het blijft een WK, dat is ook wel een niveau hoger", aldus de 24-jarige Kamp.
- Cor Vos