:format(webp)/https://cdn.pijper.io/source/wieler-revue/source/wielerrevue/2018/maart/parijs_-_nice_/hodeg.jpg)
/https://cdn.pijper.io/2020/05/pgXBj7JaVT0P3m1589980496.jpeg){kind=small}
Jay McCarthy
/https://cdn.pijper.io/2020/06/K9LfiLQ6cDHFvN1591698730.jpeg){kind=small}
Sam Bennett
In de eerste etappe van de Ronde van Catalonië moest het peloton 152 kilometer afleggen. Zoals Catalonië betaamt lag er nog een vrij lastig klimmetje in de slotfase. Zes renners zagen het zitten om de etappe te kleuren en vormden de vlucht van de dag. De renners: Tom Bohli, Markel Irizar, Andrey Grivko, Daniel Turek, Jesus Ezquerra en Antonio Molina. Het zag er echter geen moment naar uit dat zij het zouden redden. De laatste renner vooruit, Ezquerra van Burgos-BH, werd op twintig kilometer van de meet bijgehaald. Aan de voet van de laatste beklimming, de Port de Collsacreu.
Veel gebeurde daarop niet, want de enige aanval kwam van Wilmar Paredes. De Colombiaan van Manzana Postebon werd beloond met de eerste bergtrui. In het vervolg hield Movistar alles bijeen, waardoor de beslissing zou vallen in een massasprint. Quick Step-Floors raasde met een ongekend hoog tempo de laatste kilometer in. Bob Jungels en Michael Morkov leverden beulswerk in de aanloop naar de sprint. Kopman Hodeg maakte het goede werk vervolgens afgetekend af.