Tafereel aan een Vlaamse tapkast. Twee eerder corpulente mannen, veertigers. De ene drinkt een amberkleurige Kwaremont, de andere een donker Flandrien-bier. Ze zijn zo vereenzelvigd met hun drank dat we ze als dusdanig zullen aanduiden. Er ontstaat een gesprek, dat niet gaat over Donald Trump, de malaise in de Europese Unie of de verkiezingen in Nederland of Frankrijk. Neen, hier wordt dè hamvraag van de jongste halve eeuw op tafel gegooid: ‘Wie is de echte Monsieur Paris-Roubaix: Roger De Vlaeminck of Tom Boonen?’
Kwaremont: ‘Als straks Boonen zijn vijfde Roubaix wint, dan is het simpel: dan is hij alleen recordhouder en mag Roger zijn titel afgeven.’
Flandrien: ‘Je zegt het zelf: als. Boonen gaat echter niet winnen. Nooit. Hij kan het niet meer. Het is al vijf jaar geleden dat hij de laatste keer won in Roubaix. Weet ge nog voor wie? Ik weet het wel: voor Sébastien Turgot. Dat zegt genoeg. En vorig jaar laat Boonen zich als een snotaap kloppen door die Hayman. Ge gaat zien: Boonen komt er straks niet aan te pas. Hij is 36, hij is op.’
K: ‘Op? Vergeet het. Hij stond nog nooit zo scherp. Het zou mij niet verbazen als hij èn de Ronde, en Parijs-Roubaix wint. Dan is hij helemaal de koning van de kassei.’
F: ‘Koning van de kassei? Momentje! Vlaeminck was dertien keer top-10 in Parijs-Roubaix, Boonen maar elf keer.’
K: ‘Jamaar, leg er ook een keer hun uitslagen in de Ronde van Vlaanderen naast. Toch ook een koerske met wat kasseien d’rin. Boonen, drie overwinningen tegen Vlaeminck ocharme ééntje. Boonen zes keren top-10, Tsjeten maar vier keren.’
(Flandrien zit even om een tegenargument verlegen en bestelt nog een Kwaremont en een Flandrien).
K: (haalt er een bierviltje en een stylo bij) ‘Kijk, we zetten Boonen en Vlaeminck hun uitslagen in Roubaix en in de Ronde naast elkaar. Een overwinning is tien punten waard, een top-10 plaats laat ons zeggen drie punten. Voor De Vlaeminck geeft dat (maakt een vlugge berekening op het viltje) vijf overwinningen en nog twaalf andere top-10-plaatsen, is vijftig punten plus 36 is 86 punten in totaal. Als ik hetzelfde doe voor Boonen (krast prevelend wat getallen op het viltje) kom ik met zeven overwinningen en tien top-10-plaatsen aan 100 punten. Dat zegt genoeg! Boonen is de grootste van de twee.’
F: De grootste van de twee? Hola maat! Hoeveel keren heeft Boonen Milaan-Sanremo gewonnen? Nul keren. Mijne Roger drie keren. Ronde van Lombardije: Roger twee keer. Luik-Bastenaken-Luik, Waalse Pijl: elk ene keer. Boonen durfde in die koersen niet eens starten omdat hij in zijn broek deed voor die hellingen daar. Nogal wat anders dan onze Vlaamse bultjes hier.’
K: ‘Als ge zo begint, is het niet moeilijk: hoeveel keren is De Vlaeminck wereldkampioen op de weg geworden? Nul komma nul keren. Nooit de beste van de wereld geweest. Boonen wel.’
F: ‘Vlaeminck moest het wel heel zijn carrière lang opnemen tegen de beste aller tijden: Eddy Merckx. In zijn tijd verschenen alle toppers aan de start van de Ronde en Parijs-Roubaix. Ook de klimmers: Van Impe, De Muynck, Gimondi, … Nu haalt driekwart van de wereldtop de neus op voor de Hel van het Noorden.’
K: ‘Pas op, we hebben nog niet eens gesproken van andere voorjaarsklassiekers gelijk Gent-Wevelgem of E3-Prijs. Vlaeminck: niet een keer gewonnen in Wevelgem, mijne Tom drie keer. E3-Prijs: 5-1 in het voordeel van Boonen.’
F: (windt zich duidelijk op) ‘Als ge zo begint, dan wil ik wel eens op een rijtje zetten welke rittenkoersen dat Vlaeminck heeft gewonnen: zes keer Tirreno-Adriatico, tereke! Ronde van Zwitserland in negentienhonderd, euh, ik kan er nu niet opkomen, maar hij klopt daar wel Merckx hé. Merckx!’
K: (verheft de stem) ‘Wat heeft Vlaeminck ooit bewezen in de Tour? Drie keer niks. Wint ochot één ritje. Boonen: zes etappes, en de groene trui in tweeduizend en zoveel, schiet me nu niet te binnen.’
F: (roept, loopt rood aan) ‘Mijne Roger won 33, ik zeg wel, drie-en-dertig ritten in de Giro. Wat heeft Tommeke ooit van zijn leven in Italië gepresteerd? Hé. Niks niemendal’
K: (komt van zijn barkruk af en gaat recht tegenover F. staan) – ‘Hé sukkelaar, ge weet nog minder van de koers af dan mijn vrouw. Ge zoudt beter …’
De barman grijpt in: ‘Gasten, kan het wat stiller alstublieft. De mensen in de zaal beginnen ongerust te worden. En trouwens, wat een vergelijking is dat nu, tussen De Vlaeminck en Boonen. Wat is het beste bier: een Kwaremont, of een Flandrien? Ge kunt dat toch ook niet met elkaar vergelijken. Het hangt gewoon af van uw smaak. Trouwens: Van Avermaet wint de Ronde en Kristoff Parijs-Roubaix.’
Kwaremont en Flandrien kijken mekaar aan en zeggen in koor: ‘Die kent echt niks van de koers.’
En onder buldergelach word de voorlaatste besteld.