Rik Vanwalleghem

Column Rik Vanwalleghem: 'Merkwaardig is ook dat zowel België als Italië eigenlijk niet bestaan, het zijn volslagen kunstmatige constructies'

Onze columnist ziet met de Giro in aantocht veel overeenkomsten tussen Italianen en Belgen - en neemt daarbij de 'Ollanders een beetje in de zeik...

Rik Vanwalleghem

De Giro: voor een Belgisch wielerjournalist de heerlijkste koers om te volgen. Want hij voelt zich, los van de taal, meteen thuis in het trans-Alpijnse land. Italianen worden weliswaar opgevoed met pasta en decibels, Belgen met frieten (of chocolade) en verbale discretie.

Pizza en bier als hefbomen

Maar voor de rest zijn de gelijkenissen tussen deze twee Europese volkeren frappant. De beide populaties bestaan uit hardwerkende individuen, erg gesteld op hun eigen leefwereldje, en dus allergisch voor elke vorm van overheidsinmenging. Enige anarchistische inslag is hen niet vreemd.

Dat uit zich onder meer in een uitbundig verkeersgedrag dat slechts met grote moeite in een beschaafd keurslijf kan worden gedwongen. In de Europese ongevallenstatistieken zijn Italië en België steevast in het koppeloton terug te vinden.

Op economisch vlak organiseren Italianen en Belgen zich het liefst in de flexibele constructie van een kmo (in Nederland een mkb genoemd). Zwartwerk en belastingontduiking is volgens hen geen plaag maar een goddelijk recht. In de kunst van het ‘foefelare’ wordt een ongemeen grote creativiteit aan de dag gelegd.

Het door een verfijnde gastronomie gesmeerde sociale leven en het ons-kent-ons schragen het maatschappelijke weefsel. Op geen enkel moment geven Italianen of Belgen de indruk dat ze opnieuw het warm water gaan uitvinden, zoals pakweg de Fransen of Nederlanders dat plegen te doen. Natuurlijk willen ze zich ook graag manifesteren, maar dan niet met vertoon en keihard zakendoen, maar respectievelijk met pizza’s en bier als hefbomen.

Twee landen die eigenlijk niet bestaan

Op het internationale (politieke) vlak koketteren ze niet met hoogdravende strategieën of wilde ambities. In tegenstelling tot Nederlanders of Duitsers hebben Italianen en Vlamingen geen plan, ze trekken alleen op meesterlijke wijze hun plan.

Merkwaardig is ook dat zowel België als Italië eigenlijk niet bestaan. Het zijn volslagen kunstmatige constructies, formeel bijeengehouden mozaïeken van semiautonome gebieden met een eigen cultuur en historiek. Wat hebben de etappeplaatsen Turijn en Napels in de komende Giro historisch met elkaar te maken? Of Rome en Wolkenstein in Gröden?

Wie straks na twee weken Giro vanuit het zuiden Zuid-Tirol binnenrijdt, zal alweer de indruk hebben een landsgrens te overschrijden. Het landelijke interieur in de hyperkinetische restaurants is vervangen door een Oostenrijks getinte gezelligheid van met stof bedekte, houten banken waarover Strauss-muziek zweeft. De diensters zijn niet langer zonnebrilshowende mannequins, maar in pofmouwtjes gestoken Habsburgse honneponnetjes.

En natuurlijk, de wielersport is een van de allergrootste bindtekens tussen Italië en België (Vlaanderen). In beide landen is de wielrennerij uitgegroeid tot het ultieme cement, een religie waar beide landen hopen sociale identiteit uit peuren. De kans is groot dat Wout Van Aert, aan zijn eerste Giro toe, zich meteen zal thuis voelen in de Laars. Hoewel. Waren de ouders van zijn vader niet van Nederlandse afkomst?

Noot: deze column uit ons magazine werd geschreven en afgedrukt vóór de zware val van Wout van Aert die ervoor zorgt dat hij niet kan starten in de Giro.

Columns
  • Marco Mertens