André van den Ende

Column | De UCI straft het kind, maar vergeet de snoeppot op een veilige plek te zetten

Onze redacteur kan nog wel leven met de schorsing voor Dylan Groenewegen, maar niet met de willekeur waarmee die tot stand kwam. Lees zijn verhaal aan de hand van een treffende metafoor hieronder.

André van den Ende

Stel, je hebt een kind dat er een handje van heeft om een greep in de snoeppot te doen terwijl je even niet oplet - en dat doen kinderen, want die willen snoep, zo vaak en zo veel mogelijk, daarvoor zijn het kinderen. Wat doe je dan als je het kind betrapt? Je straft 'm. Klopt. Maar je zet die snoeppot toch ook even een plankje hoger in de kast, zodat het kind er niet bij kan.

Vervang in bovenstaande situatie het kind voor sprinter, het snoep voor winnen en jij bent even de UCI (sorry), en je krijgt de volgende situatie die al jaren gaande is in het wielrennen: sprinters hebben er een handje van de randjes op te zoeken van wat wel en niet kan om te winnen - want dat doen sprinters, die willen winnen, zo vaak en zo veel mogelijk, ten koste van bijna alles, daarvoor zijn het sprinters.

Nou, wat doet de UCI? Net als de jij in de eerste alinea straft het. Maar dan wel soms. Als de gevolgen ernstig zijn - om de vergelijking met snoep even door te trekken: als je kind bijna stikt in het snoep dat het niet mocht pakken. Op die manier kreeg Dylan Groenewegen negen maanden schorsing aan z'n broek.

Daar kun je van alles van vinden. Te lang. Te kort. Te weinig tralies (dat zal dhr. P. Lefevere waarschijnlijk vinden). Ik vind het voornamelijk willekeurig. Om het even heel hard te zeggen: Fabio Jakobsen bekocht de actie van Groenewegen bijna met z'n leven, dus straffen we nu even heeeeeeeeel zwaar, is de denktrant bij de UCI.

En jaja, ik weet het, die straf is uitgesproken door een onafhankelijke arbitragecommissie. Maar die konden in het bepalen van de strafmaat wel hun goddelijke gang gaan. Terwijl bij een normale rechtsgang - zoals bijvoorbeeld Nederland die kent - de onafhankelijk rechtsprekende instantie handvatten krijgt aangereikt van de wetgever (in Nederland de regering + parlement). Op diefstal staat bijvoorbeeld een gevangenisstraf van maximaal 4 jaar. De rechter kan rekening houden met de omstandigheden, maar heeft een leidraad waar hij zich aan kan/moet houden.

De UCI had in de afgelopen jaren, waarin de incidenten in de massasprints allang niet meer op de vingers van één hand te tellen zijn, allang de bandbreedte voor een strafmaat moeten bepalen bij onreglementair sprinten. De arbitragecommissie had dan in het geval Groenewegen rekening kunnen houden met de omstandigheden (dus de ernst van het ongeval en bijvoorbeeld de mate van roekeloosheid). Maar belangrijker: zoals het in een fatsoenlijk strafsysteem geregeld hoort te zijn, had Groenewegen dan een straf gekregen die op een duidelijke regel (wet) met een maximum strafmaat gebaseerd is in plaats van het natte vingerwerk van de arbitragecommissieleden.

Dat heeft de UCI dus niet geregeld. Want de UCI regelt bijna helemaal niks. Ze laten elke snoeppot die er maar te vinden is op grijphoogte staan en kijken dan achteraf wel even hoeveel er leeg zijn en wat de ravage is die daarbij is aangericht. Het zou mij kortom niets verbazen als de sprinters volgend seizoen gewoon weer gezellig met z'n allen met 80 per uur naar beneden denderen op die aankomst in Katowice.

Columns
  • Cor Vos