Zelf in het zadel | 'Op de Haaghoek voelde ik me als in een wasmachine zonder pauzeknop'

In 'zelf in het zadel' schrijven onze redacteuren over hun eigen ervaringen op de racefiets. Deze keer over de befaamde/beruchte kasseistrook de Haaghoek.

haaghoek

Met 0 procent ervaring op kasseien... - nee wacht, met 1 procent ervaring op kasseien, want die strook bij het Groningse Zuidwolde (de geboorteplaats van Laurens ten Dam) telt natuurlijk wel mee - vertrok ik in 2016 richting Vlaanderen voor mijn kennismaking met De Ronde, anders dan in joggingbroek voor de tv. Jaja, ik ging de Hoogmis rijden. Iets wat iedereen die in het bezit is van een racefiets een keer in zijn leven moet doen, vind ik.

Ik hou het denk ik wel bij één keer, hoe mooi de entourage ook was. Dat heeft veel, zo niet alles, te maken met de Haaghoek. Als je je op aarde niet gedraagt en tot een verblijf in de hel bent veroordeeld, dan moet de weg naar de poort er zo uitzien als de Haaghoek.

Van 'aanstellende prof' naar wasmachine

Het begon nog wel prima, mijn toertocht. Het was uitstekend fietsweer - droog, niet al te veel wind - en de moraal was goed. Na de eerste strook - ik meen de Paddestraat - dacht ik: wat stellen die profs zich aan met hun moeilijkdoenerij over die kasseien zeg. Fluitend stuiterde ik over de weg.

Dat bleef ik doen tot het fluiten mij verging op de Haaghoek. Van het ene op het andere moment waande ik me in een wasmachine waar ik niet uitkon, zonder pauzeknop. De Haaghoek is namelijk een kasseienstrook in dalende lijn. En die dalende lijn is in het begin een behoorlijk fors dalende lijn, een procentje of vijf.

Voor je het goed en wel in de gaten hebt dender je dus met een rotgang naar beneden. En waar ik 'dender' schrijf, bedoel ik eigenlijk 'holderdebolder', zonder na een goede 100 meter nog een idee te hebben wat voor, achter, links, rechts, boven of beneden is. Totale paniek maakte zich van mij meester. Links en rechts vlogen mensen langs me die in dezelfde wasmachine als ik zaten, maar er een stuk relaxter onder leken te blijven - misschien was het maar schijn.

Lot ondergaan

Remmen was geen optie; daarvoor zou ik m'n handen moeten bewegen en dat was op de een of andere manier geen optie. Ik onderging m'n lot als versteend. Voor m'n gevoel holderdebolderde ik zonder enige vorm van controle over lijf, leden en fiets met 70 per uur naar beneden - dat bleek na afloop op Strava kijkende een luttele 32,3 kilometer per uur te zijn geweest.

Met een gemiddelde snelheid over het hele segment van 23,2 per uur moet ik schijnbaar in de bijna 5 minuten durende hellentocht toch ergens m'n remmen gevonden gevonden hebben, terwijl ondertussen m'n hele leven in een schokkerige flits aan me voorbijtrok. De Haaghoek, een keiharde kennismaking met de keien. Doe mij maar een goed geasfalteerde klim van 10 kilometer á 10% in plaats van deze hel.

Beeld: Cor Vos